Les 3: Opdrachten

Oefening 1
Jullie gaan in groepjes van drie oefenen met het voeren van een vraaggesprek. Dit gesprek moet 4 minuten duren. Er zijn twee mensen die het gesprek voeren. De derde persoon in het groepje gaat observeren en na afloop feedback geven. Dit doe je aan de hand van onderstaand beoordelingsschema. Je kan kiezen uit de volgende gespreksonderwerpen:
De docent laat op het bord een timer zien, zodat jullie weten wanneer het gesprek klaar is. Dan geeft de beoordeelaar feedback aan de hand van het beoordelingsschema. Vervolgens draaien jullie door. We doen in totaal 3 rondes, zodat je met beide groepsgenoten het gesprek gevoerd hebt en je een keer geobserveerd hebt.
 
Beoordelingsschema informatie uitwisselen

 

 

 

 

 

 

Te behalen punten

Behaalde punten

Inhoud

 

 

 De student kan zijn eigen gespreksdoel uiten

2

 

 De student kan doelgericht doorvragen om zo meer informatie te verkrijgen

2

 

 De student kan adequaat reageren op de vragen van de ander

4

 

Taalgebruik en interactie

 

 

 De student kan een gesprek voeren zonder storende taalfouten

2

 

 De student kan adequaat reageren op wat de ander zegt

2

 

 De student kan de ander uitpraten, maar onderbreekt op een nette manier indien nodig

1

 

 De student kan zijn houding afstemmen op zijn gesprekspartner

1

 

De student heeft een open houding en houdt oogcontact met zijn gesprekspartner

2

 

 De student kan zijn taalgebruik afstemmen op zijn gesprekspartner

2

 

Totaal

18

 

 

 

 

Oefening 2
Jullie gaan weer in groepjes van drie oefenen met het voeren van een gesprek. Dit keer gaan jullie een discussie voeren en dit gesprek duurt 5 minuten. Er zijn weer twee mensen die het gesprek voeren en een die observeert. Na afloop vertel je wat je gezien hebt en geef je feedback op basis van het onderstaande beoordelingschema.  Er zijn nu drie rollen en dus ook weer drie rondes.
- Je bent een keer voor de stelling
- Je bent een keer tegen de stelling
- Je observeert en voorziet je groepsleden van feedback.
 
Voor deze oefening mogen jullie zelf een stelling kiezen. Je kan er ook voor kiezen om één van de onderstaande stellingen te kiezen of je mag er zelf een bedenken. Je krijgt 10 minuten de tijd om de stelling voor te bereiden.
Beoordelingsschema

 

 

 

 

 

Te behalen punten

Behaalde punten

 

Inhoud

 

 

 

 De student kan een valide eerste argument formuleren

2

 

 

 De student kan een valide eerste argument formuleren

2

 

 

 De student kan een argument van de gesprekspartner weerleggen

2

 

 

De student kan een tweede argument van de gesprekspartner weerleggen

2

 

 

Taalgebruik en interactie

 

 

 

 De student kan een gesprek voeren zonder storende taalfouten

2

 

 

 De student kan adequaat reageren op wat de ander zegt

2

 

 

 De student kan de ander uitpraten, maar onderbreekt op een nette manier indien nodig

1

 

 

 De student kan zijn houding afstemmen op zijn gesprekspartner

1

 

 

De student heeft een open houding en houdt oog contact met zijn gesprekspartner

2

 

 

 De student kan zijn taalgebruik afstemmen op zijn gesprekspartner

2