TITEL <VUL HIER DE TITEL VAN JE ONDERZOEKSVERSLAG IN!>
Onderzoekers: <VUL HIER VAN JULLIE ALLEBEI JE NAAM IN>
Hoofdstuk 1 - Inleiding
<Schrijf hier in ongeveer 200 woorden een inleiding met de bronnen die je verzameld hebt. Geef antwoord op de vraag waarom jullie juist dit onderwerp interessant vinden én wat je hier over weet in bronnen. Zoek bijvoorbeeld informatie over reactiesnelheid: zijn 13-jaren sneller dan volwassenen, of juist niet? Zorg dat de inleiding leuk en interessant is om te lezen, zo zorg je dat de lezer geïnteresseerd wordt.>
<Hoofdvraag: eindig je inleiding met de hoofdvraag die jullie willen onderzoeken. Bijvoorbeeld: Zijn volwassenen beter in Tetris dan jongeren?>
Hoofdstuk 2 – Onderzoeksmethoden
<ONDERZOEKSOMSCHRIJVING: leg uit in ongeveer 100 woorden hoe je het experiment gaat uitvoeren. Kleine spelletjes of opdrachtjes die je zelf kan meten als je er bij staat werken hier goed. Vanwege Corona kan het handig zijn een opdracht te doen die online te doen is. Dus je laat bijvoorbeeld jongeren op https://www.elkspel.nl/g/tetris het spel 1x spelen, en ook volwassenen vraag je om dat te doen. Ze mogen 1x oefenen, maar de 2e keer moeten ze hun score opsturen>
<HYPOTHESE: Leg daarna uit wat jullie verwachten dat de uitkomsten gaan zijn. Bijvoorbeeld: “jongeren spelen beter Tetris dan volwassenen”. Leg ook uit waarom je dat verwacht>.
<AFHANKELIJKE VARIABELE: noem wat volgens jullie de afhankelijke variabele in je onderzoek is. Bijvoorbeeld: “score bij Tetris”>
<ONAFHANKELIJKE VARIABELE: noem de onafhankelijke variabele in dit geval: leeftijd of JONG of OUD>
<CAUSAAL VERBAND leg uit wat een causaal verband is>
<CORRELATIE leg uit wat een correlatie is>
<CORRELATIE of CAUSAAL VERBAND>: leg uit of jullie onderzoek een correlatie of juist causaal verband is. Bijvoorbeeld: De score bij Tetris zal een correlatie zijn want er zullen ook volwassenen zijn die heel hoog scoren. Het is dus niet áltijd zo dat jongeren hier beter in zijn dus het kan geen oorzaak-gevolg relatie zijn.>
Hoofdstuk 3 – Resultaten
<RESULTATEN - STEEKPROEF: geef hier in 100 woorden een samenvatting van de resultaten. Je begint met een omschrijving van de steekproef. Je geeft een omschrijving van wie allemaal mee deed. Hoeveel mensen deden totaal mee? Waren het meer mannen dan vrouwen, of was het ongeveer gelijk? Wat was de gemiddelde leeftijd? Wie was de jongste en wie de oudste? Wat ging goed bij het benaderen van de mensen en wat juist niet?
<RESULTATEN – TABELLEN EN/OF GRAFIEKEN> Je geeft vervolgens in een paar grafieken of tabellen de resultaten. Bijvoorbeeld bij Tetris: wat waren de scores van de deelnemers? Wat was de gemiddelde score van alle deelnemers? Wat was de gemiddelde score van de jongeren onder de 18? Wat was de gemiddelde score van de volwassenen? Je kan hier ook aan andere dingen denken zoals hoe lang ze over de test gedaan hebben bijvoorbeeld. Of verschillen tussen mannen en vrouwen bekijken.
In je verslag zitten minimaal 3 goede tabellen/grafieken!
Tip; grafieken en tabellen kun je maken in Microsoft Word op de iPad. Er staan veel instructiefilmpjes op youtube.
Hoofdstuk 4 – Conclusie
<In ongeveer 100 woorden geef je aan wat de resultaten waren.
Is je hypothese uitgekomen of juist niet?
Wat vonden jullie opvallend aan de resultaten en welke dingen gingen zoals je verwacht had?
Wat vond je leuk aan het onderzoek?
Wat was er moeilijk?>
<In ongeveer 100 woorden geef je aan wat er goed ging in je onderzoek, en wat juist niet. Bedenk:
- of je onderzoek betrouwbaar is. Als je het opnieuw zou doen, bij een grotere groep mensen, zouden de uitkomsten dan ongeveer hetzelfde zijn? Tip; je kan alvast beginnen met dat een onderzoek online uitvoeren moeilijk is, want je weet niet zeker of mensen hun scores eerlijk aan je laten weten als je er zelf niet bij staat.
- of er dingen mis gingen tijdens de uitvoering. Fouten maken mag, en een goede wetenschapper schrijft dat eerlijk op, zodat anderen ervan kunnen leren als ze het onderzoek herhalen
- Zoek op internet op naar andere feitjes over jullie conclusie. Zijn er opvallende verschillen of zijn jullie uitkomsten hetzelfde als wat anderen ontdekt hebben? Bijvoorbeeld: als je een sport testje hebt gedaan waarbij jongens en meisjes net zo snel rennen over 400 meter is dat opvallend, want normaal gesproken zijn jongens gemiddeld iets sneller dan meisjes omdat het biologisch zo is dat ze meer spieren hebben. Maar: natuurlijk zijn er áltijd ook meisjes die sneller zijn dan alle jongens! Dat kan prima!>
Hoofdstuk 5 – Bronvermelding
<BRONVERMELING: vul hier een bronvermelding in met minimaal 5 bronnen die je gebruikt. Je kan niet zomaar de url kopiëren en plakken, maar noem eerst de website of de naam van de auteur. Dit is een voorbeeld van een bronvermelding met twee bronnen:
Willems, R. Waarom 2VAG de leukste klas is, opgehaald van www.nos.nl
Keunen, K. Waarom 2VA een nog veel leukere klas is, opgehaald van www.hvc.nl