Onderstaande vaardigheid (de indeling van de aarde gebruiken in woord/schrift) wordt in periode 2 van leerjaar 1 aangeleerd. Deze vaardigheid wordt daarna als bekend beschouwd. Dit is een samenvatting van de aantekeningen...vaardigheden moet je oefenen!
Waarom de aarde indelen?
De aarde is rond. Het maken van kaarten van een rond object is moeilijk. Er is geen kaart in de wereld die het juiste beeld geeft. Alle kaarten zijn vervormd.
Naarmate de Europese mens meer van de wereld 'ontdekte' ontstond de behoefte om de aardbol in te delen in gebieden. Het beschrijven en claimen (dat gebied is van mij) van gebieden werd makkelijker door daadwerkelijk aan te geven waar de gebieden zich op de aardbol bevonden. Mensen maakten platte kaarten en bollen. Een bol waarop het aardoppervlak is nagetekend is een globe.
Geografisch breedte (noord/zuid)
De aarde is een bol met in het midden de evenaar. De evenaar verdeelt de aardbol in twee helften: het noordelijk halfrond en het zuidelijk halfrond. In het uiterste noord ligt de noordpool, in het zuiden de zuidpool.
De twee halfronden kun je opdelen in breedtegraden. Bij de evenaar staat een 0. Bij de twee polen staat 90. Op elke breedtegraad kun je een denkbeeldige cirkel trekken, de breedtecirkel of parallel (= evenwijdig).
Met de breedtegraden kun je precies meten hoe ver een plaats van de evenaar ligt. Dat is de breedteligging van zo'n plaats. Op het noordelijk halfrond spreek je van noorderbreedte (= N.B.). Op het zuidelijk halfrond van zuiderbreedte (= Z.B.)
Curacao ligt op 12°N.B.
Als een plaats dicht bij de evenaar ligt, dan zeg je: die plaats ligt op lage breedte. Een ver van de evenaar gelegen plaats ligt op hoge breedte.
Zie ook de indeling in zones die te maken hebben met temperatuur hieronder.
Geografisch lengte (oost/west)
Bij het bepalen van de plaats van een gebied is alleen de breedteligging niet voldoende. Je hebt ook de geografische lengte nodig.
Als tweede vaste punt gebruik je een meridiaan. Dit is, net als een breedtecirkel een lijn op de globe. Een meridiaan loop van de noordpool naar de zuidpool. De nulmeridiaan loopt door Greenwich in Engeland (0 graden).
Vanaf de nulmeridiaan kun je de afstand oost-west meten. De oost-westafstand noem je de lengte. Geografische lengte is de afstand van een plaats tot de nulmeridiaan. Vanaf de nulmeridiaan kun je twee kanten uit, naar het oosten en naar het westen. Daarom spreek je van oosterlengte (= O.L.) en westerlengte (= W.L.)
Curacao ligt op 68°W.L.
Plaatsbepaling
De ligging van een plaats bestaat uit een beschrijving van de geografische breedte en lengte.
Curacao ligt op 12°N.B., 68°W.L.
Zones op basis van temperatuur
De aarde kunnen we ook indelen in temperatuurzones of luchtstreken:
- Poolstreken = het gebied boven de 66,5°N.B en onder de 66,5°Z.B (poolcirkel) [hoge breedte]
- Gematigde zone = het gebied tussen de 23,5° en 66,5° N.B. en Z.B. (keerkring) [gematigede breedte]
- Tropen = het gebied tussen 23,5°N.B en 23,5°Z.B [lage breedte]
Vaardigheden met betrekking tot het indelen van de aarde
Je kunt de begrippen met betrekking tot het indelen van de aarde herkennen en gebruiken
Je kunt de indeling van de aarde in verband brengen met factoren, bijvoorbeeld het klimaat