Eindopdracht B: Schema maken

Als je kiest voor eindopdracht B ga je zelf een schema maken.
In het schema laat je duidelijk zien hoe je:
- de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd schrijft.
- de persoonsvorm in de verleden tijd schrijft.
Werkwijze:
- Bepaal eerst wat je in het schema gaat vertellen.
Bijvoorbeeld: Zo schrijf je werkwoorden in de verleden tijd.
- Zorg dat je overal voorbeeldzinnen bij hebt.
Bijvoorbeeld: Wij kookten voor de hele groep.
- Bedenk hoe je schema er uit gaat zien. Wordt het een pijlenschema?
Of is een tabel overzichtelijker?
- Maak een schema over de tt en de vt.
- Vraag commentaar aan een klasgenoot.
- Verwerk het commentaar.
Beoordeling:
Je docent let bij de beoordeling op:
- inhoud: is het schema duidelijk?
- inhoud: staan in je schema voorbeelden?
- netheid: is het schema met zorg gemaakt?
- taalfouten: staan er geen taalfouten in het schema?
Klaar?
Laat je schema dan beoordelen door je docent.