Stap 1: Kennisbank

Je weet inmiddels hoe je de persoonsvorm kunt vinden in een zin.
In deze opdracht ga je leren hoe je hem moet spellen.
Bestudeer uit de Kennisbank de volgende drie onderwerpen:

Spelling: Met een -d of een -t

Spelling: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Spelling: Persoonsvorm verleden tijd

Maak nu de volgende twee oefeningen.