Klimaatverdrag
In 1992 sloten de lidstaten van de Verenigde Naties het Klimaatverdrag (officieel: ‘United Nations Framework Convention on Climate Change’ (UNFCCC), in het Nederlands: ‘Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering’). Doel was dat de uitstoot van broeikasgassen gemiddeld met 5,2% zou worden verlaagd. De VN spraken af dat de ontwikkelingslanden wat minder dan die 5% hoefden te beperken, de ontwikkelde landen wat meer.
De Verenigde Staten zouden 7% van de uitstoot van de broeikasgassen beperken, de Europese Unie 8%. De regering van de VS heeft het Klimaatverdrag ondertekend, maar het Amerikaanse parlement heeft het nooit geratificeerd (bekrachtigd). Dat wil zeggen dat het verdrag nooit is omgezet in wetgeving.
Amerika, Australië, China, India en Zuid-Korea vormen de top vijf van de meest vervuilende landen van de wereld. Deze vijf landen zijn verantwoordelijk voor 40% van alle uitstoot van het belangrijkste broeikasgas CO2 (koolstofdioxide).
Voormalige president George W. Bush weigerde de ratificatie van het verdrag in stemming te brengen. Volgens hem was dat ‘politieke zelfmoord’. Zijn regering ontkende zelfs het verband tussen het gebruik van fossiele brandstoffen, het versterkt broeikaseffect en klimaatverandering. Bovendien vond hij het “niet eerlijk tegenover de Verenigde Staten” dat de ontwikkelingslanden ontzien werden.
De internationale milieu- en mensenrechtenorganisatie Global Exchange omschrijft UNFCCC als: United Nations Fools, Clowns and Carbon Criminals (Verenigde Naties Gekken, Clowns en Koolstof(dioxide)-Criminelen)
Al snel na het sluiten van het Klimaatverdrag werd duidelijk dat de beperking met 5% verre van genoeg was om de klimaatverandering te stoppen. De Europese Unie gaf aan de uitstoot in een nieuw Klimaatverdrag (het Kyotoprotocol) met 20% te willen beperken. De EU zou zelfs tot 30% willen gaan als de andere grote vervuilers (zoals Amerika en China) ook zouden meedoen.
Vraag
Wat zou voormalige president Bush bedoelen met ‘politieke zelfmoord’?