Stap 3: Vegetatie en landbouw

Voor vegetatie en landbouw in Nederland en Spanje heeft de opwarming van de aarde al gevolgen. Volgens deskundigen bestaat de kans dat die gevolgen de komende tientallen jaren steeds duidelijker merkbaar zullen zijn.

Vegetatie

Het is al gebleken dat planten beter groeien naarmate er meer CO2 in de lucht zit. Dat geldt ook voor sommige landbouwgewassen. Dankzij de toenemende hoeveelheid CO2 in de lucht wordt de opbrengst van de teelt van deze gewassen hoger.
Ook is al vastgesteld dat het groeiseizoen door de opwarming van de aarde gemiddeld eerder in het jaar begint en langer wordt. Het is steeds vroeger in het jaar warm genoeg voor planten om te groeien en te bloeien. Deskundigen verwachten dat het groeiseizoen de komende tientallen jaren nog langer wordt.

Ten slotte verdwijnen er nu al soorten planten zowel uit Nederland als uit Spanje. In beide gevallen wordt het ze te warm; de vegetatie verschuift noordwaarts, naar streken waar het koeler is. Daar komen weer andere soorten voor in de plaats. Ook dat zal volgens deskundigen de komende tijd doorgaan.
Dat betekent wel dat in beide landen de voedselpiramide verandert. Dat is een systeem waarin dieren en planten van elkaar afhankelijk zijn. Onder in de piramide zitten planten en plantenresten. Ze worden gegeten door dieren die op hun beurt door andere dieren worden gegeten. Als er plantensoorten verdwijnen en plaatsmaken voor andere, verandert daardoor de onderste laag van de piramide en dat heeft weer invloed op de lagen daarboven.
Nederland zal in de komende tijd een weelderige vegetatie met bossen en weiden hebben dankzij het natte klimaat.
In Spanje zal de vegetatie steeds meer lijden onder droogte en uitdroging van de bodem. Een bijkomend verschijnsel is het vaker voorkomen van bosbranden. Het seizoen waarin bosbranden meer kans hebben, wordt langer.

Landbouw

In Nederland blijft intensieve landbouw (landbouw met hoge opbrengst per hectare) mogelijk, ook als het warmer wordt. We houden een nat klimaat en de temperatuurstijging is voor de landbouw niet per se een nadeel. Het blijft dus mogelijk om voldoende voedingsgewassen te telen (gewassen voor de binnenlandse voedselvoorziening), maar ook grote hoeveelheden handelsgewassen (oogst bestemd voor uitvoer naar het buitenland).
Misschien dat tomaten, paprika’s, perziken en andere gewassen straks in de buitenlucht kunnen worden verbouwd, zoals in Spanje. Nu worden ze nog in kassen geteeld.
Daar staat tegenover dat gewassen meer bedreigd gaan worden door insecten en andere dieren. Voor de landbouw schadelijke dieren overleven de zachte winters, die in Nederland vaker zullen voorkomen.

Over de toekomst van de landbouw in Spanje zijn deskundigen minder optimistisch. Nu al is een groot deel van de Spaanse bodem alleen geschikt voor extensieve landbouw (met lage opbrengst per hectare) of extensieve veeteelt. Denk daarbij aan de grootschalige aanplant van olijfbomen of het laten grazen van schapen en runderen op grasland. Alleen waar voldoende water voorhanden is, kan aan intensieve landbouw worden gedaan.
Naarmate de aarde verder opwarmt zal de landbouw in Spanje steeds meer te kampen krijgen met een watertekort omdat de regenval afneemt en de droge periode langer wordt. De bodem zal op meer plaatsen en vaker uitdrogen en het wordt moeilijker om aan water te komen om er akkers mee te bevloeien. Waar de bodem uitdroogt, groeit er niets meer totdat er weer regen valt of de grond er wordt geïrrigeerd.
In delen van Murcia, Andalusië, Aragón, Castilië en Valencia dreigt de bodem zelfs te verwoestijnen, waardoor deze voorgoed ongeschikt wordt voor landbouw. De productie van voedsel- en handelsgewassen in Spanje dreigt terug te lopen.
 

Bekijk de volgende stelling.

De Spaanse landbouw ondervindt van de opwarming van de aarde meer nadelige gevolgen dan de Nederlandse landbouw.

Geef aan of je het met deze stelling eens bent. Onderbouw je mening met zoveel mogelijk argumenten.