Stap 4: Landbouw

Om zo goed mogelijk van de landbouw te kunnen profiteren heeft een boer twee dingen nodig: voldoende zon en genoeg water voor zijn aanplant.
Door de mechanisatie van de landbouw is het aantal boeren en tuinders in heel Europa flink gedaald. In 1950 werkte 50% van Spaanse beroepsbevolking in de landbouw, in Nederland was dat toen nog 20%.
Inmiddels werkt rond 4% van de Spaanse beroepsbevolking in de landbouw, in Nederland is dat nog 2%.
Toch wordt in beide landen nog veel met de landbouw verdiend.

Nederland is door de verregaande en zeer efficiënte mechanisatie een van de wereldleiders op het gebied van zuivel en bloemen. Spanje is door zijn bijzondere klimatologische omstandigheden (veel zon!) een van de wereldleiders op het gebied van citrusvruchten en olijfolie (nummer één van Europa) en wijn (nummer drie).
Bovendien is Spanje de grootste leverancier van groenten voor Europa tijdens de winter, als het in veel andere landen te koud is voor de akker- en tuinbouw. In Spanje komt op veel plekken de temperatuur in de winter niet onder de 15 graden, terwijl in Nederland het dan net boven of onder het vriespunt kan worden.

Bekijk deze video.
Kun je enkele verschillen opnoemen tussen de Spaanse en Nederlandse tuinbouw?

Klimatologische veranderingen hebben echter in beide landen gevolgen voor de landbouw.
In Nederland is de hoeveelheid neerslag al jaren aan het stijgen. Op piekmomenten kan er zoveel neerslag vallen dat de akkers zo vol water komen te staan dat de zware landbouwmachines daar niet gebruikt kunnen worden.

Spanje heeft heel andere problemen. In de provincie Murcia bijvooorbeeld, in het zuidoosten van Spanje, is de gemiddelde neerslag gedaald van 370 mm in 1910 naar 270 mm in 2010. Tegelijkertijd is door de gestegen temperatuur - ten gevolge van de klimaatverandering - de verdamping gestegen. Het zuidoosten verdroogt en de graanteelt is onzeker geworden. Steeds meer percelen worden verlaten en dragen bij aan de verwoestijning van Spanje.

Maak de oefening.