Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
- het verschil omschrijven tussen drie soorten neerslag: stuwingsneerslag, stijgingsneerslag en frontale neerslag;
- een omschrijving geven van de begrippen 'normaalwaarden', 'neerslagverdeling', 'waterbalans' en 'neerslagintensiteit';
- de gevolgen herkennen van te veel of te weinig neerslag in een gebied;
- enkele maatregelen opnoemen, die worden toegepast om verdroging of overstroming van gebieden te voorkomen;
- omschrijven wat wordt bedoeld met een vegetatiezone.