![]() |
Het weer |
Neerslag Water uit de dampkring. Dit water kan in vaste vorm (sneeuw, ijzel of hagel) of vloeibare vorm (regen) op aarde terechtkomen. |
Stuwingsregen Regen ontstaan doordat lucht tegen een gebergte omhoog gestuwd wordt. |
Stijgingsregen Neerslag ontstaan in het gebied rond de evenaar. |
Frontale regen Neerslag die ontstaat op plekken waar warme en koude lucht elkaar tegenkomen. |
Front Een scheiding tussen twee luchtsoorten. |
Hogedrukgebied Gebied waar de luchtdruk hoog is vergeleken met de omgeving, gemeten op zeeniveau. |
Lagedrukgebied Gebied waar de luchtdruk laag is vergeleken met de omgeving, gemeten op zeeniveau. |
Normaalwaarden of normalen De gemiddelde waarde van een bepaalde grootheid (bijvoorbeeld de gemiddelde temperatuur in juli of de gemiddelde neerslagsom in april) over de laatste 30 jaar. |
Neerslagverdeling De verdeling van de neerslag over de verschillende maanden van het jaar. |
Waterbalans De verhouding tussen de hoeveelheid neerslag aan de ene kant en de mate van verdamping en de hoeveelheid afstromend water aan de andere kant. |
Neerslagintensiteit Een maat voor de hoeveelheid regen die gedurende een periode valt: zoveel water, in zoveel tijd. Neerslagintensiteit wordt uitgedrukt in millimeter per tijdseenheid. |
Verwoestijning Door een tekort aan neerslag droogt de grond steeds verder uit en is begroeiing niet of nauwelijks meer mogelijk. |
Irrigatie Met gebruikmaking van allerlei technische middelen water toevoegen aan landbouwgewassen bij een tekort aan neerslag. |
Drainage Het afvoeren van water uit de bodem over en door de grond, met als gevolg het verlagen van het grondwaterpeil. |
Peilgestuurde drainage Als het erg nat is kunnen boeren het drainagesysteem zo instellen dat het water wegloopt en als het droog is kunnen ze het water vasthouden. |
Vegetatiezone Als verschillende gebieden een vergelijkbaar klimaat hebben behoren ze klimatologisch tot dezelfde zone. Bij dergelijke zones hoort een bepaalde vegetatie (begroeiing). |