Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
- vijf weerselementen noemen die het weer bepalen;
- herkennen waarmee temperatuur, luchtdruk, luchtvochtigheid en windkracht worden gemeten;
- de begrippen 'zonkracht' en 'huidtype' beschrijven;
- uitleggen wat deze begrippen te maken hebben met de tijd die je onbeschermd in de zon kunt zitten;
- uitleggen waarom de temperatuurverschillen in Spanje groter zijn dan in Nederland;
- de tweedeling qua weer in Spanje herkennen: enerzijds het droge en anderzijds het groene (natte) Spanje;
- uitleggen waardoor 'droge rivieren' in Spanje ontstaan en waardoor de verdroging in Spanje steeds nijpender wordt;
- herkennen hoe luchtstromen lopen op de aarde;
- het verschil omschrijven tussen een hoge- en een lagedrukgebied;
- omschrijven wat de ligging ten opzichte van de zee en het reliƫf te maken hebben met het weer in een bepaald gebied.