China heeft sinds 1949 een communistische regering, die in feite vrijwel alles bepaalt. De overheid zegt bijvoorbeeld waar je moet wonen en werken. De overheid was bang dat vele tientallen miljoenen boeren de armoede op het platteland zouden ontvluchten. De steden zouden al die mensen niet kunnen opvangen, terwijl de economie op het platteland in elkaar zou storten.
Om dat te voorkomen maakt de overheid gebruik van Hukou. Dat is een soort binnenlands paspoort waarin staat waar je vandaan komt. Een boer van het platteland kan zich niet zomaar in een stad vestigen. Om ergens te wonen en te werken, heb je een Hukou nodig uit de plaats zelf. Ook naar school gaan, of stemmen bij verkiezingen kan alleen met een Hukou. Je kan ook niet zomaar van de ene stad naar de andere verhuizen. Voor de overheid is het een middel om de migratie (de trek van groepen mensen van de ene plaats naar de andere plaats) van het platteland naar de steden in de hand te houden.
Hukou is een systeem dat huishoudens registreert, enigszins vergelijkbaar met ons bevolkingsregister. Het ontstond al in het oude China, ruim 2.000 jaar vóór onze jaartelling. Tot op de dag van vandaag bestaat Hukou en heeft het grote invloed op het leven van de mensen.
Pure armoede dreef veel boeren van het platteland naar de steden. Maar in de stad was zo’n plattelander een illegaal. De politie kon hem oppakken en terugsturen naar zijn geboortedorp. Deze illegale burgers woonden in de regel met vele anderen in een krot, deden slecht betaald en vervelend werk en maakten lange werkdagen. Toch hadden mensen het er voor over, want op het boerenland was het vaak ellende troef. Vele Chinezen op het platteland hebben in hun bestaan te maken gehad met onder meer aardbevingen, overstromingen of juist droogte. Tussen 1958 en 1962 was er een grote hongersnood met naar schatting 35 miljoen doden. Het overgrote deel van de slachtoffers, liefst 95 procent, stierf op het platteland. Of je een Hukou had voor het platteland of voor de stad, was een zaak van leven of dood.
Wonen in de stad heeft diverse voordelen. Er is beter onderwijs en een grote keuze aan banen. Ook zijn er in de stad allerlei producten te krijgen die men op het platteland niet vlug zal vinden. In de stad kan men ook veel beter handel drijven. Kortom, in een stad zijn veel meer mogelijkheden.