Stap1

Minder Duitse en meer Nederlandse burgers

Vragen:

  1. Zoek op internet met de termen “bevolking Nederland” en “bevolking Duitsland” op hoeveel inwoners Nederland en Duitsland hebben.

Afbeelding 1 - Bevolkingsomvang Nederland:


Afbeelding 2 - Bevolkingsomvang Duitsland:

  1. Hoeveel inwoners zal Nederland hebben in 2060?
  2. En hoeveel inwoners Duitsland in 2050?


In beide landen is er sprake geweest van een babyboom in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog. Dat wil zeggen dat er in die periode meer kinderen geboren zijn dan ervoor en erna. Er was een geboorteoverschot, dat wil zeggen dat het geboortecijfer hoger was dan het sterftecijfer. Er werden meer kinderen geboren dan er mensen overleden.

Daarna is in beide landen het geboortecijfer gedaald, vooral aan het begin van de jaren ’70 toen steeds meer vrouwen de anticonceptiepil gingen gebruiken. In Duitsland ontstond zelfs een sterfteoverschot. In 1964 kreeg een vrouw in Duitsland gemiddeld 2,54 kinderen. Nu is dat vruchtbaarheidscijfer gedaald naar 1,72. Men verwacht dat dit cijfer in Nederland tot 2060 rond 1,74 zal zijn, in Duitsland tot 2050 rond 1,4. Hierdoor is er vooral in Duitsland sprake van een natuurlijke bevolkingskrimp. Pas als het vruchtbaarheidscijfer groter is dan 2,1, is er sprake van een natuurlijke bevolkingsgroei.

In beide landen is de levensverwachting na de Tweede Wereldoorlog toegenomen en die zal waarschijnlijk nog verder toenemen. In 2003 was de levensverwachting in Duitsland voor mannen 75,1 jaar en voor vrouwen 81,1 jaar. In 2050 zal het voor mannen 80 jaar zijn en voor vrouwen 85 jaar. In Nederland was de levensverwachting in 2012 voor mannen 79,1 jaar en voor vrouwen 82,8 jaar. Het CBS verwacht dat dit in 2050 85,7 jaar zijn en voor vrouwen 88,8 jaar. Beide landen kennen perioden waarin er meer immigranten zijn binnengekomen dan dat er mensen zijn geëmigreerd. Dat was in Nederland het geval toen vele tienduizenden mensen uit de (voormalige) koloniën Suriname en de Nederlandse Antillen naar Nederland verhuisden. Onder de immigranten waren ook gastarbeiders die in Nederland en Duitsland bleven en hun familieleden lieten overkomen.

Ten slotte nemen Nederland en Duitsland vluchtelingen op. Sommige vluchtelingen verlaten Nederland en Duitsland na verloop van tijd weer, anderen mogen langere tijd of definitief in het gastland blijven. Dat de bevolking van Nederland of Duitsland (en van elk ander land) krimpt of groeit, hangt dus niet alleen af van het verschil tussen het aantal geboorten en het aantal sterfgevallen, maar ook van het verschil tussen het aantal emigranten en het aantal immigranten. Daarom gebruiken deskundigen beide zaken om de groei of krimp van de bevolking van een land te berekenen. De uitkomst hiervan heet sociale bevolkingsgroei of –krimp.

Vraag

  1. In Duitsland is de bevolking tussen 2011 en 2013 gegroeid ondanks het sterfteoverschot. Hoe zou dat komen?