Stap3

Ontwikkeling van bevolking en dagelijks leven in 2050
Je hebt heel wat voorspellingen en cijfers voorbij zien komen. Wat betekenen ze voor het dagelijkse leven in Nederland en Duitsland?

 

1. Staatspensioen

Nederland en Duitsland kennen beide een staatspensioen. In Nederland hebben we hiervoor de Algemene Ouderdomswet (AOW). Als je werkt, ontvang je salaris. Een deel daarvan gaat als belasting naar de staatskas, een ander deel gaat als premie naar onder meer de AOW.

Als de bevolking vergrijst, daalt het aantal werkenden ten opzichte van het aantal AOW’ers en wordt het lastiger om de AOW te financieren. De overheid kan verschillende dingen doen: de AOW-premie laten stijgen, de AOW-uitkering verlagen of de pensioenleeftijd verhogen. In Duitsland en Nederland is voor het laatste gekozen; daar gaat de pensioenleeftijd omhoog van 65 naar 67 jaar.

 

 

2. Woningbehoefte

Door veranderingen in de leeftijdsopbouw van de bevolking verandert ook de woningbehoefte. Zowel in Nederland als Duitsland zijn de gezinnen gemiddeld kleiner geworden, hebben veel mensen wel een partner maar geen kinderen en wonen veel mensen alleen. Daardoor is de behoefte aan kleine woningen gestegen. Ook stijgt de behoefte aan seniorenwoningen en woningen die aangepast zijn voor mensen met een beperking (zonder drempels en met een traplift bijvoorbeeld).

In beide landen komen langzaamaan weer woningen voor een drie-generatiegezin. Tenslotte zijn er met name in Duitsland steeds minder woningen nodig omdat de bevolking krimpt.

 

 

3. Recreatie

We worden met zijn allen steeds ouder en blijven ook langer gezond. Ouderen blijven langer actief en, niet onbelangrijk, zijn relatief welvarend. Daardoor krijgt recreatie een steeds grotere rol in de economie.

 

 

4. Multiculturele samenleving

Door de komst van (veel) immigranten uit vele landen is er in Nederland en Duitsland een grote verscheidenheid ontstaan aan talen, culturen (kleding, muziek) en godsdiensten. Beide landen zijn multicultureel geworden.

 


 

 

5. Zorg

Ondanks de gestegen levensverwachting en de toegenomen vitaliteit van de ouderen zijn er door de vergrijzing meer en meer mensen die verzorging nodig hebben. Die zorg is duur en om de kosten in de hand te houden, wordt er een beroep gedaan op de mantelzorgers: mensen in de omgeving, familie, vrienden, buren, die (een deel van de) zorgtaken overnemen van de beroepsverzorgers.

Er zijn wel verschillen tussen Nederland en Duitsland als het om zorg gaat:

 

Vragen:

  1. Wat voor soort bedrijven zal in Duitsland en Nederland goede zaken doen dankzij de ontwikkeling van de bevolking?
  2. Met wat voor soort bedrijven zal het in Duitsland juist minder goed gaan?
  3. De behoefte aan taalcursussen Nederlands (in Nederland) en Duits (in Duitsland) neemt toe. Kun je uitleggen waar dat mee te maken heeft?
  4. Waarom kunnen mensen die met pensioen zijn, steeds langer aan mantelzorg doen?