Gezinshereniging
Over gastarbeiders was men in die beginjaren zeer positief. Nederland en Duitsland hadden immers beide een groot tekort aan laaggeschoolde arbeiders. Maar dat beeld veranderde. Met de economie in West-Europa ging het in de zeventiger jaren minder goed en er ontstond grote werkloosheid. Beide regeringen stopten in dat jaar met het werven van nieuwe gastarbeiders.
Met de stop wilden beide landen de toestroom van nieuwe migranten verhinderen, maar de maatregel bleek averechts te werken. Het aantal buitenlandse werknemers nam weliswaar af, maar al snel nam de migrantenbevolking juist toe. De mogelijkheid om naar Turkije (of Marokko) terug te gaan, om later eventueel weer terug te keren naar Nederland of Duitsland om er weer een tijd te werken, viel weg. Veel gastarbeiders waren bang dat er nog strengere maatregelen zouden volgen. Als ze eenmaal weg waren, konden ze niet meer terugkomen. Velen besloten daarom definitief te blijven en hun gezin over te laten komen. De term die men daarvoor gebruikt is ‘gezinshereniging’.
Zoals de Turkse Mustafa uitlegde: "Omdat we binnen enkele jaren terug wilden gaan, werkten we extra hard en meer dan gewoon. We wilden zoveel mogelijk geld verdienen in een kort tijdsbestek. Maar we konden ons doel niet bereiken. Die enkele jaren werden al snel vijf jaar, tien jaar, dertien jaar. Je vond hier je draai, ging trouwen en kreeg kinderen en dan kijk je even naar achteren en wat blijkt: ben ik al 33 jaar in Nederland. En nog steeds denk ik niet aan teruggaan."
Hoeveel mensen omwille van gezinshereniging naar Nederland en Duitsland kwamen is onbekend. De statistieken van buitenlandse migratie maken geen onderscheid naar de reden van migratie (werk, asiel, studie, gezinshereniging of huwelijk).
We weten wel hoeveel van de Turkse en Marokkaanse immigranten zijn gebleven.
In 2003 woonde nog steeds 15% van alle Turkse gastarbeiders in Nederland die in 1965 en 1966 naar Nederland zijn gekomen. Voor de Marokkaanse gastarbeiders van toen is dat 30%.
In 2003 woonde nog steeds 50% van alle Turkse gastarbeiders in Nederland die in 1972 en 1973 naar Nederland zijn gekomen. Voor die Marokkaanse gastarbeiders is dat 55%.
De termen waarmee de buitenlandse arbeiders werden aangegeven, veranderden met de jaren mee. Tot 1973 sprak men over gastarbeiders. Met ‘gast’ werd het tijdelijk verblijf van een buitenlandse arbeider aangeduid.
Toen steeds meer buitenlandse arbeiders zich definitief in Nederland en Duitsland vestigden, gingen de regeringen spreken over ‘arbeidsmigranten’, waarbij de nadruk op ‘arbeid’ kwam te liggen.
In praktijk gebruikten we alleen de term 'allochtoon' voor iemand die oorspronkelijk afkomstig is van een niet-westers land. Formeel is het kleinkind van een voormalige Turkse of Marokkaanse gastarbeider geen allochtoon, maar in het taalgebruik blijven we die term ook voor hen gebruiken.
De WRR en het CBS schrappen vanaf november 2016 de woorden allochtoon en autochtoon. Zij zetten daarmee een nieuwe norm voor de overheid. De begrippen zijn niet meer precies genoeg en stigmatiserend.
Vanaf nu spreken we over personen met een Nederlandse of migratieachtergrond.
In veel andere talen en andere landen gebruikt men het begrip ‘immigrant’.
Vragen
Wie is inwoner met een migratieachtergrond | Reden | 1e generatie | 2e generatie |
Koning Willem-Alexander | |||
Koningin Maxima | |||
Kroonprinses Amalia |