Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kan ik:
- een aantal voorzieningen of buurtkenmerken noemen, die het wonen in een wijk prettig of minder prettig maken;
- mijn eigen buurt of wijk in kaart brengen aan de hand van een aantal buurtkenmerken;
- herkennen of ik te maken heb met een welvarende, rijke buurt of met een mindere buurt.