Grammatik: Steigerung: Teil 1

Teil 1: Steigerung der Adjektive

  1. Sieh dir den ersten Teil der Präsentation an (bis 1:55).
  2. Vervollständige den Text zur Steigerung der Adjektive.
 
Übung:
Bij de trappen van vergelijking gaat het om ..... naamwoorden. De vergrotende trap wordt ook ..... genoemd, de overtreffende trap wordt ook ..... genoemd.
De vergrotende trap maak je door ..... achter het woord te zetten.
De overtreffende trap maak je door ..... achter het woord te zetten. Als het woord op d, t of een s-klank eindigt, zet je er ..... achter.
Als je wilt zeggen dat iets bv. "het mooist" is, zet je ..... voor de overtreffende trap en ..... erachter.
Veel woorden met maar ..... lettergreep krijgen bovendien een Umlaut bij beide trappen.
Daarnaast zijn er onregelmatige vormen die gewoon geleerd moeten worden.

 

Übung 1
Bilde den Komparativ und den Superlativ.

Positiv Komparativ Superlativ
schnell         schneller                 am schnellsten      
langsam                  
dünn    
hübsch    
kurz    
lang    
gut    
schlecht    
viel