Antworten

Bekijk hier of je de opdrachten goed hebt gemaakt.
 

Werkzeugkasten 1
Aussehen

 

Übung 1:

Wie groß bist du? Ich bin 1,68 Meter.
Welche Augenfarbe hast du? Ich habe graue Augen.
Hast du eine Brille? Nein, ich habe Kontaktlinsen.
Hast du eine neue Frisur? Ja, ich war gestern beim Friseur.
Gut siehst du aus! Danke, du aber auch!
Du hast eine gute Figur. Danke, ich treibe viel Sport und esse gesund.

 

Hören
So sehe ich aus

naam                 lengte               lengte haar      kleur haar         kleur ogen        bril / lenzen
Klara 1,65 lang blond -- bril/lenzen
Andy 1,89 kort zwart bruin --
Rita 1,58 halflang donkerbruin grijs --
Paul 1,68 kort lichtbruin donkerbruin (groene) lenzen

 

Hören
Hemlpflicht

  1. op de piste
  2. men houdt geen rekening met elkaar, men rijdt veel te hard, men is onvoorzichtig, met name jongeren hebben muziek op en zijn daardoor afgeleid
    1. 60000 ongelukken op pistes per jaar
    2. 6000 hoofdwonden
    3. 145 doden
  3. omdat ze vinden dat het er stom uitziet
  4. nee
  5. kinderen moeten een helm op
  6. voor haar is veiligheid belangrijker dan uiterlijk, zij is voorstander van het invoeren van het verplicht dragen van een helm

 

Hören
Iss was!

  1. eerst wilde ze gewoon wat dunner zijn; toen ze een keer ziek was en daardoor afgevallen was, vond ze dat zo mooi dat ze doorging met afvallen; dat ging maar door en ze kon niet meer stoppen en aan niets anders meer denken
  2. 6 jaar
  3. ze onderdrukte het hongergevoel, zei tegen zichzelf dat ze er tegen kan en was trots op zichzelf als haar dat lukte; later was het lichaam eraan gewend en had ze geen honger meer
  4. 37 kg
  5. zeiden dat ze te dun was, dat ze meer moest eten
  6. was er blij/tevreden mee, zag ze als compliment
  7. had geen vrienden meer, deed geen leuke dingen meer met anderen
  8. haar vriendin
  9. is blij dat het nu anders is, ziet hoe mooi het leven is, beseft dat ze veel heeft gemist door haar eetstoornis
  10. was heel belangrijk, ze heeft daar nieuwe vrienden gemaakt en weer lol in het leven gekregen, door het samen koken en eten is ze eten ook weer leuk gaan vinden zodat het weer een normaal onderdeel van haar leven wordt
  11. problemen in het gezin (bv. scheiding ouders), conflicten met vrienden
  12. met je vermoeden naar een docent of de ouders gaan
  13. speciale klinieken, therapeuten, vrienden
  14. dat die dwangmatige gedachtes helemaal verdwijnen en ze controle heeft over de eetstoornis; dat ze weer plezier in het leven en eten heeft

 

Lesen
Was ist schön

 

Übung 2:

  1. een positief gevoel over je lichaam en zelfbewustzijn
  2. te kritisch naar jezelf kijken (en denken dat een kleine onvolkomenheid al ertoe leidt dat je niet mooi gevonden wordt)
  3. erachter komen wat je aan jezelf mooi vindt

 

Übung 3:

  1. Fotos sind oft manipuliert
  2. Einen eigenen Stil entwickeln
  3. Schönheitsideale sind verschieden

 

Lesen
Schönheitsoperationen

 

Übung 1:

 

Übung 2:

Bij jonge mensen zijn vaak vervolgoperaties nodig omdat het lichaam nog in ontwikkeling is. xxx
Het lichaam maakt het afgehaalde vet op andere plakken weer aan. ---
Littekens groeien mee en kunnen rare vormen aannemen. xxx
Er kunnen littekens in het weefsel ontstaan die later zichtbaar worden. xxx
Implantaten kunnen kanker veroorzaken. ---

 

Werkzeugkasten 2
Grammatik: Steugerung

 

Übung:
Bij de trappen van vergelijking gaat het om bijvoeglijke naamwoorden. De vergrotende trap wordt ook Komparativ genoemd, de overtreffende trap wordt ook Superlativ genoemd.
De vergrotende trap maak je door er achter het woord te zetten.
De overtreffende trap maak je door st achter het woord te zetten. Als het woord op d, t of een s-klank eindigt, zet je er est achter.
Als je wilt zeggen dat iets bv. "het mooist" is, zet je am voor de overtreffende trap en en erachter.
Veel woorden met maar één lettergreep krijgen bovendien een Umlaut bij beide trappen.
Daarnaast zijn er onregelmatige vormen die gewoon geleerd moeten worden.

Übung 1:

Positiv Komparativ Superlativ
schnell schneller am schnellsten
langsam                        langsamer                          am langsamsten
dünn dünner am dünnsten
hübsch hübscher am hübschesten
kurz kürzer am kürzesten
lang länger am längsten
gut besser am besten
schlecht               schlechter           am schlechtesten
viel mehr am meisten

 

Teil 2 - Intro:

Niederländisch Deutsch
dan als
net zo ... als (twee mogelijkheden)          (1) genauso ... wie; (2) ebenso ... wie
even gleich


 

Übung 2:

  1. Bianca ist schöner als Sybille.
  2. Maria und Martin sind gleich alt.
  3. Sam ist genauso /ebenso groß wie sein Bruder.
  4. Torsten ist schlanker als Andy.
  5. Susi und Emma haben gleich viele Locken.
  6. Du bist ja genauso / ebenso blass wie er!


 

Übung 3:

  1. Früher war ich dicker als jetzt. Nun/Jetzt bin ich am dünnsten.
  2. Früher hatte ich häufiger/öfter Kopfschmerzen als jetzt.
  3. Früher wurde mir schneller schlecht als jetzt.
  4. Früher waren meine Haare länger als jetzt. Nun/Jetzt sind sie am kürzesten

 

Schreiben
Gesundheit

Liebe ... / Lieber ... / Hallo ...,

wie geht's dir? Hast du immer noch Fieber? Sind der Husten und der Schnupfen schon besser?
Hier / In meiner Klasse haben auch viele Schüler die Grippe. Zum Glück bin ich ganz gesund.

Gute Besserung!

Tschüs! Deine ... / Dein ...

 

Übung 2: E-Mail

Liebe ... / Lieber ... / Hallo ...,

danke für deine Mail und das Foto. Deine neue Frisur gefällt mir und die Brille steht dir gut!
Ich war krank. (Ich hatte eine Wunde am Bein, die war entzündet. Der Arzt hat mir Salbe verschrieben und ich durfte mein Bein drei Tage nicht bewegen.) Aber jetzt geht es wieder besser.
Ich soll dich von Birgit grüßen. / Viele Grüße von Birgit. Weißt du noch: das hübsche Mädchen aus meiner Klasse mit den langen, blonden Haaren? Sie hatte immer einen Pferdeschwanz.

Genug für heute.

Tschüs
...

 

Landeskunde
Krankenbesuch

 

Übung 2:

  1. a. 14.30-20.00
  2. a. 01.04.1854
    b. 02.05.1967
  3. a. OP-raum
    b. operatiekamer
  4. a. 660
    b. 2
    c. ja
    d. de badkamer/wc
  5. a. op de begane grond
    b. € 2
    c. ja
  6. Gute Besserung!

Arzneimittel

 

Übung 1: 1 - a; 2 - b; 3 - c; 4 - a; 5 - c

 

Übung 2: Per dag los je 1 tabletje op in een glas water en door te gorgelen spoel je je mond en keelholte.