Ferienkalender

  1. Sieh dir den Ferienkalender an . (Stelle eventuell erst das aktuelle Schuljahr ein.)
  2. Beantworte die folgenden Fragen auf Niederländisch in deinem Heft.
    1. Met welke Nederlandse vakantie komen de Duitse Winterferien ongeveer overeen?
    2. Welke Duitse vakantie(s) hebben wij in Nederland niet?
    3. Welke Nederlandse vakantie hebben ze in Duitsland niet?
    4. Hoeveel weken heeft een Duitse leerling ongeveer per schooljaar vakantie?
    5. Hoeveel weken heb jij ongeveer per schooljaar vakantie?
    6. Als je zou mogen kiezen, had je dan liever heel vroeg (in juni), heel laat (in augustus) of er tussenin zomervakantie? Waarom?