Meine Ferien: Übung 3 und 4

Übung 3: Nizza
Alice ist im Urlaub mit ihrer Freundin in Nizza gewesen.

Höre dir ihren Bericht an.
Beantworte die Fragen auf Niederländisch in deinem Heft.

  1. Waarom zijn ze met de trein gegaan?
  2. Waarom hadden ze vertraging?
  3. Hoeveel vertraging hadden ze?
  4. Waar hebben ze overnacht?
  5. Met hoe velen waren ze op de kamer?
  6. Wat was het voordeel van zo veel mensen op één kamer?
  7. Wat hebben ze in Nizza allemaal gedaan (3 activiteiten)?
  8. Hoe is Alice terug gegaan?

 

Übung 4: Skiurlaub
Im folgenden Fragment erzählt Katrin etwas über ihren Skiurlaub.
Lies erst die Fragen.
Höre dir dann das Audiofragment an und wähle die richtige Antwort.

  1. Wanneer gaat Katrin op vakantie?
  2. Waar logeren zij en haar gezin?
  3. Waar gaan ze naartoe?
  4. Hoe hoog is de Feldberg?
  5. Hoe is het weer daar op dit moment?
  6. Voor wie zijn de groene en blauwe pistes geschikt?

Ten slotte...
Controleer je antwoorden onderaan het thema bij 'Antworten'.