In "01" keek je naar structuurformules die er verschillend uitzagen, en soms wél twee verschillende stoffen voorstelden, maar soms ook niet.
Hoe zit dat?
In de volgende opdracht krijg je een naam van een stof, en teken je de structuurformule.
Je buurman of buurvrouw doet hetzelfde. Als je beide structuurformules met elkaar vergelijkt, ga je iets ontdekken.
02 - individueel
Teken de structuurformules van onderstaande stoffen. Vergelijk daarna je eigen structuurformules met die van je buur. (Let op: teken bij alkenen steeds hoeken van 120 graden.
Gebruik voor g. en h. de tekening.