Activiteit 4 - Proef 6

Proef 6: Test je eigen zonnecel
In dit experiment ga je je zonnecel onderzoeken. Dit doe je door te kijken welke invloed verschillende lichtsterktes op de geleverde spanning heeft. Alvorens je de spanning kunt gaan meten moet je eigengemaakte zonnecel eerst tot 'leven' komen. Beide elektroden moeten nog met elkaar verbonden worden.

Benodigdheden
- Multimeter met twee krokodillenbekkabels - Je zelfgemaakte zonnecel

Werkwijze

  1. Sluit een multimeter met twee krokodillenbekkabels aan op de cel. Klem de rode meetdraad aan de plus-elektrode (potlood). De negatieve elektrode moet altijd naar de lichtbron toe gericht zijn.
  2. Door een aantal zonnecellen in serie aan te sluiten ontstaat een spanning waar apparaten echt op kunnen werken. Kijk of je genoeg spanning op kunt wekken om een apparaatje te laten werken. Noteer je bevindingen.

Bewaren
Wanneer de zonnecellen koel en donker worden bewaard zijn ze minstens een week houdbaar. De zonnecellen blijven werken totdat het elektrolyt verdampt is. De levensduur kan verlengd worden door op tijd elektrolyt bij te vullen. Na een aantal keer bijvullen zullen de zonnecellen echter zo verouderd zijn dat ze het niet goed genoeg meer doen.