Activiteit 11 - Opdracht 010

010 - individueel
Als er chemisch evenwicht is in een oplossing met ijzer(III)-, thiocyanaationen en rodanide, verlopen de reacties:
Reactie 1: ijzer(III)-ionen + thiocyanaaüonen ➙ rodanide en
Reactie 2: rodanide ➙ ijzer(III)-ionen + thiocyanaationen

met dezelfde snelheid, d.w.z. er verdwijnt per seconde evenveel rodanide als er gevormd wordt.

Als je vervolgens (bijv.)extra thiocyanaationen toevoegt, is er enige tijd geen chemisch evenwicht meer. Beantwoord de volgende vragen weer in je (digitale) schrift.

  1. Wat zul je in dat geval waarnemen?
  2. Welke van de twee reacties verloopt dan (tijdelijk) het snelst?

Na enige tijd zal er opnieuw chemisch evenwicht ontstaan. Beide reacties vinden weer met dezelfde snelheid plaats. Je kunt het veranderen van de snelheden van de twee reacties in een figuur als volgt weergeven:


Beantwoord de volgende vragen over deze grafiek.

  1. In welke van de periodes A, B en C is er sprake van chemisch evenwicht?
  2. Welke reactie hoort bij 1?
  3. En welke reactie hoort bij 2?
  4. Waardoor verloopt reactie 1 direct na het toevoegen zoveel sneller dan 2?
  5. Verklaar de toename van de snelheid van reactie 2 tijdens periode B.
  6. Hoe komt het dat beide reactiesnelheden weer aan elkaar gelijk worden?