Activiteit 3

Aan de slag 2: Reactiesnelheid - teamopdracht
Een reactie kost tijd. Dit ga je in de volgende proeven ontdekken. Ook ontdek je een factor die deze reactiesnelheid beïnvloedt.


Proef 1: een chemische reactie
Breng een spatelpunt vast kaliumjodide in een droge reageerbuis en voeg daar een spatelpunt vast kaliumpersulfaat aan toe. Roer de twee stoffen met een roerstaaf zo goed mogelijk door elkaar.

  1. Beschrijf je waarnemingen.
  2. Hoe komt het dat niet alle korrels in het buisje dezelfde kleur hebben?
  3. Vinden jullie dat bij deze proef een chemische reactie is opgetreden? Licht toe.
  4. Waarvan hangt bij deze proef het tempo van de kleurverandering af?

Proef 2: één stof in oplossing
Doe ongeveer 5 cm kaliumjodide-oplossing in een reageerbuis en schenk deze oplossing dan in het petrischaaltje.

  1. Is de oplossing kleurloos? Zo niet, waarschuw dan je docent.

Laat het schaaltje op tafel staan. Niet bewegen of schudden! Breng nu voorzichtig met een spatel een beetje kaliumpersulfaat in het midden van de petrischaal. Kijk ongeveer 1 minuut goed naar de inhoud van het schaaltje.

  1. Noteer alle waarnemingen.
  2. Denken jullie dat hier dezelfde stof gevormd wordt als bij proef 1? Licht toe.
  3. Waardoor zou het komen dat niet alle bruine stof ‘pats boem’ in één keer ontstaat?
  4. Welk(e) verschil(len) zouden jullie bij deze proef verwachten als je het vaste kaliumpersulfaat van te voren heel fijn gepoederd had? Licht toe.

Proef 3: beide stoffen in oplossing
Doe 4 ml van kaliumpersulfaatoplossing in een reageerbuis. Voeg hieraan 1 ml kaliumjodide oplossing toe. Op deze manier worden de twee oplossingen meteen goed gemengd. Kijk gedurende ca. 2 minuten naar de inhoud van de buis.

  1. Noteer alle waarnemingen

Je kunt je een chemische reactie voorstellen als het gevolg van botsingen van ‘deeltjes’ (moleculen of ionen). Je moet dan aannemen dat de deeltjes veranderen door deze botsingen.

  1. Als je hier van uitgaat, hoe kun je dan verklaren dat ook bij deze proef de reactie tijd kost?