Activiteit 7 - Opdracht 016

De vorming van eiwitten uit aminozuren begint met de reactie van de OH van de zuurgroep van het eerste aminozuur met het H-atoom van de aminogroep van het tweede aminozuur. Deze 3 atomen vormen samen een watermolecuul. Tegelijkertijd worden de twee aminozuren via de C van de zuurgroep en de N van de aminogroep aan elkaar gekoppeld. Deze binding noemen we de peptidebinding. Het molecuul dat naast water ontstaat heet een dipeptide.


016 - individueel
Dit proces herhaalt zich net zolang totdat het juiste eiwit (een polypeptide) gevormd is. Bij elke koppeling van een volgend aminozuur wordt één watermolecuul gevormd.

  1. Geef de vorming van het tripeptide Phe-Leu-Ser in een reactievergelijking met structuurformules weer.
  2. Hoeveel watermoleculen worden gevormd bij de vorming van een hexapeptide?
  3. Is het tripeptide Ser-Leu-Phe chemisch gezien anders dan het tripeptide Phe-Leu-Ser? Leg je antwoord uit.