Tijdens een destillatie wordt een mengsel van stoffen gescheiden op basis van een onderling verschil in kookpunt. De stof met het laagste kookpunt verdampt het snelst. Deze damp wordt vervolgens afgekoeld in de koeler waardoor de damp wordt gecondenseerd en dus weer een vloeistof wordt. Dit wordt opgevangen in de kolf en noem je destilaat. Zodra de thermometer een temperatuur in de buurt van het kookpunt van de andere stof meet, weet je dat deze stof nu ook gaat verdampen. Zie afbeelding.