Activiteit 4 - Voorbeeld 1

Voorbeeld 1: Bevriezen en afkoelen
Hoeveel warmte komt er vrij bij het omzetten van 10 kg water van 0°C in 10 kg ijs van - 20°C?

m(water) = 10 kg
ijs = J/kg.K
C ijs = J/kg
∆T = – 20 – 0 = -20 °C

 


Stap 1 - Process


Stap 2 - Solidification
 

Stollen van het water tot ijs:
Q stollen =

Afkoelen van het ijs:
Q afkoelen =

Q totaal =
(Het minteken betekent dat er energie wordt onttrokken aan het proces.)

 

Stap 3 - Energie diagram