Stap 1

Lees de theorie over:

- hoofd- en bijzaken

- zoekend en oriënterend lezen

- hoofdgedachte van een tekst

 

Schrijf deze theorie daarna over in je theorieschrift.

Hoofd- en bijzaken


Het is vaak niet zo dat alle informatie in een tekst even belangrijk is. In veel teksten kun je hoofd- en bijzaken onderscheiden. De belangrijkste informatie in de tekst noem je de hoofdzaak. Wat niet zo belangrijk is, is een bijzaak.

Om de hoofdzaak van een tekst te vinden, kijk je op zogenaamde voorkeursplaatsen. Voorkeursplaatsen voor de hoofdzaak zijn bijvoorbeeld de titel, het begin of eind van een tekst.

het begin van de tekst vind je het onderwerp en soms de hoofdgedachte van de tekst. Vaak vind je de hoofdgedachte aan het eind van een tekst.

Aan het eind van de tekst staat vaak de conclusie of een samenvatting van de tekst.
Het onderwerp, de hoofdgedachte, de conclusie of een samenvatting geven veel informatie over de hoofdzaak van de tekst.

Zoekend en oriënterend lezen


Het is niet altijd nodig om een tekst helemaal van het begin tot het eind te lezen.
Soms wil je maar één ding van de tekst weten.

-  Oriënterend lezen: je vormt je een beeld van de tekst, je gaat na waar de tekst over gaat.
-  Zoekend lezen: je leest niet de hele tekst maar je gaat direct op zoek naar de informatie    die je nodig hebt.

Bij oriënterend lezen lees je de titel, de eerst zinnen, de tussenkopjes en andere opvallende woorden/cijfers (cursief, vetgedrukte en onderstreepte woorden). Verder kijk je naar tabellen, grafieken en afbeeldingen bij de tekst.

Zoekend lezen wordt ook wel 'scannen' genoemd. Je bent op zoek naar informatie in een tekst. Het begint met het kijken naar de titel. Aan de titel kun je soms al zien of de tekst geschikt is om het antwoord te geven op je vraag.
Pas als je denkt dat een alinea van de tekst de informatie bevat die je zoekt, begin je met het lezen van (dat deel van) de tekst. Let hierbij op opvallende woorden, tekens in de tekst.

Hoofdgedachte van een tekst


De hoofdgedachte van een tekst is een samenvatting van de tekst in één volledige zin. De hoofdgedachte geeft antwoord op de vraag: Wat is het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd?

Om de hoofdgedachte van de tekst te vinden, lees je meestal de eerste en de laatste alinea van de tekst. In de eerste alinea geeft de auteur vaak aan waar hij het over gaat hebben. In de laatste alinea vind je vaak de conclusie van de auteur.

Onthoud:
hoofdgedachte van een tekst = onderwerp + wat erover verteld wordt.