Stap 2

Lees de tekst oriĆ«nterend en beantwoord daarna vraag 1 t/m 8. Lees de tekst daarna pas helemaal door en beantwoord de andere vragen. 

Oefening 1

Lees de tekst oriƫnterend en globaal.

Maak deze vragen zonder de hele tekst te lezen.

1. Wat is het onderwerp van deze tekst?

2. Wat weet je al over het onderwerp?

3. Wat valt je op aan de plaatjes?

4. Wat zeggen deze plaatjes volgens jou over de tekst?

5. Welke tussenkopjes zie je?

6. Uit hoeveel alinea's bestaat deze tekst?

7. Wat is de bron van deze tekst?

8. Wat weet je over de bron?

 

Grondig lezen

Lees de hele tekst precies.

9. Welke woorden zijn nieuw voor je? Schrijf er minimaal drie op en probeer een betekenis te bedenken die bij de tekst past. 

10. UIt welke alinea('s) bestaat de inleiding?

11. Waaraan kun je dat zien?

12. UIt welke alinea('s) bestaat het slot?

13. Wat is het onderwerp van de tekst?

14 Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

15. Welke zin geeft het duidelijkst de hoofdgedachte van de tekst weer?

16. Wat is de kernzin van alinea 2?

17. Wat is de kernzin van alinea 3?

18. Wat is volgens de schrijver het enige nadeel van de Amsterdam Expo?

19. Aan welke woorden zie je dat?

 

Als je klaar bent met de vragen, open je onderaan de pagina de link met de antwoorden. Kijk alles goed na en verbeter met een gekleurde pen. 

Tekst bij oefening kernzinnen

Ben je klaar met alle vragen, open dan het bestand met de antwoorden en kijk alles na. Foute antwoorden verbeter je met een gekleurde pen. Schrijf het goede antwoord, met gekleurde pen erbij in je schrift.

Antwoorden bij tekst Pixar