Samengestelde en enkelvoudige zinnen
Een enkelvoudige zin is een zin met 1 persoonsvorm. Weet je nog hoe je de persoonsvorm van een zin kunt herkennen? Precies: door de tijd waarin de zin staat te veranderen. Het woord dat dan verandert, is de persoonsvorm.
Alle zinnen die je tot nu toe hebt ontleed, waren enkelvoudige zinnen.
Bv.: De opdracht heb ik gisteren gemaakt.
Een samengestelde zin is een zin met 2 persoonsvormen. Ook hier kun je voorgaande truc gebruiken om de persoonsvormen te vinden. Samengestelde zinnen zijn langer en herken je vaak aan een komma in het midden van de zin. Voegwoorden worden ook gebruikt om samengestelde zinnen te maken.
Bv.: Ik heb de opdracht gisteren gemaakt, omdat ik vandaag een belangrijke wedstrijd heb.
In een samengestelde zin is er sprake van:
Hoe herken je deze hoofdzinnen en bijzinnen? Is het je trouwens opgevallen dat het niet mogelijk is om 2 bijzinnen in een zin te hebben? Heel belangrijk!
Hoofdzinnen: het onderwerp en persoonsvorm staan direct naast elkaar. Er staat geen enkel zinsdeel tussen.
Bijzinnen: het onderwerp en persoonsvorm staan los van elkaar. Er staat een ander zinsdeel tussen, zoals de bijwoordelijke bepaling.