Wat kan ik straks?
Kennis
Aan het eind van dit thema kun je:
K8: Spieren
- In een afbeelding de onderdelen van een spier aanwijzen.
- Het spierstelsel van twee gewervelde dieren met elkaar vergelijken en overeenkomsten en verschillen aangeven.
- Omschrijven hoe spieren beenderen in beweging kunnen brengen.
- Het begrip antagonist uitleggen en twee voorbeelden van antagonisten geven.
- Het verschil uitleggen tussen rode en witte spiervezels.
- Omschrijven wat het nut is van warming-up en cooling-down en omschrijven wat er gebeurt in je spieren bij lichamelijke inspanning.
K9: Ademhalingsstelsel
- De onderdelen van het ademhalingsstelsel in een afbeelding aanwijzen en de functie(s) en werking van de onderdelen beschrijven.
- Rib- en buikademhaling omschrijven, zodat duidelijk is wat het verschil tussen beide vormen van ademhaling is.
- Uitleggen waarom een neusademhaling gezonder is dan een mondademhaling.
- Omschrijven hoe gaswisseling in een longblaasje werkt.
- de invloed van inspanning op de ademhaling (en de hartslag) omschrijven.
K9: Voeding, energie en gewicht
- De begrippen energiebehoefte en energieopname omschrijven.
- Minimaal twee factoren noemen die invloed hebben op je energiebehoefte.
- De voedingsstoffen noemen die als brandstof kunnen dienen.
- Uitleggen waarom duursporters veel koolhydraten moeten eten.
- Kcal omrekenen naar kJ en andersom.
- Het begrip 'BMI' omschrijven en je eigen BMI berekenen.
V2: Gedragsonderzoek
- Het begrip ethologie omschrijven en enkele voorbeelden van gedragsonderzoek geven.
- Met behulp van een voorbeeld duidelijk maken wat het verschil is tussen een objectieve en een subjectieve beschrijving.
- Een ethogram en een protocol maken.
Vaardigheden:
Aan het eind van dit thema kun je:
- Een gedragsonderzoek (ethogram en protocol) uitvoeren.
- kCal omrekenen naar KJ en andersom.
- Je BMI bepalen.
- Een onderzoek en/of practicum uitvoeren en daarvan een verslag maken.