Wat kan ik straks?

Aan het einde van deze opdracht kun je:
- drie onderdelen benoemen waaruit een tekst is opgebouwd;
- omschrijven wat in deze drie onderdelen besproken wordt;
- herkennen dat voor teksten online andere regels van tekstopbouw gelden;
- de 'lead' en 'kernzin' herkennen in een tekst;
- vijf verschillende tekststructuren herkennen.