Toepassingsvraag 4.

Vwo examen scheikunde(bezem) 2002 2e tijdvak
Koolstofmono-oxide
Het transport van zuurstof in het menselijk lichaam, vanuit de longen naar de weefsels, wordt verzorgd door hemoglobine. Hemoglobine is een eiwit dat in rode bloedellen voorkomt.
In deze opgave wordt hemoglobine weergeven met Hb en hemoglobine dat zuurstof gebonden heeft met HbO2.
De zuurstofopname door hemoglobine in de longen en de zuursofafgifte in de weefsels kunnen met behulp van het volgende evenwciht wotden beschreven.
Het percentage van de hemoglobine dat zuurstof aan zich heeft gebonden, hangt af van de concentratie van O2.
Ook koolstofmono-oxide bindt zich, en zelfs beter dan zuurstof, aan hemoglobine.
Het vermindert daardoor onder meer het zuurstoftransport.
Blootstelling aan koolstofmono-oxide kan, afhankelijk van de concentratie in de ingeademde lucht en de duur van het contact, leiden tot suffigheid, hoofdpijn, bewusteloosheid en zelfs tot de dood.
De competitie tussen koolstofmono-oxide en zuurstof om zich te binden aan hemoglobine kan worden weergegeven met de volgende betrekking:
In deze betrekking:
- is HBCO hemoglobine dat koolstofmono-oxide gebonden heeft;
- stellen ,de partiële drukken voor van koolstofmono-oxide en zuurstof in de ingeademde lucht;
- is M de zogenaamde relatieve bindingsaffiniteit voor koolstofmono-oxide; voor de mens ligt M tussen 210 en 245.
Met behulp van deze betrekking kan worden berekend bij welk volumepercentage van koolstofmono-oxide in lucht evenveel hemoglobine is bezet met koolstofmono-oxide als met zuurstof.

 

 

 

 

Doordat koolstofmono-oxide reuk-, kleur- en smaakloos is, is het moeilijk waarneembaar.
Daarom zijn er koolstofmono-oxide detectoren ontwikkeld.
Het artikel dat hieronder is afgdrukt, gaat over een detector die bijvoorbeeld gebruikt kan worden in de buurt van een keukengeiser.
 

 

In regel 14 van het artikel wordt de term katalysatorsysteem gebruikt voor de functie die de combinatie van palladium(II)chloridedihydraat met koper(I)chloridedihydraat heeft.

In het ontwerp van de detector is rekening gehouden met een (licht) verlies van water, bijvoorbeeld door verdamping en van waterstofchloride doordat het als gas ontwijkt.
Door een bepaalde voorziening worden deze mogelijke verliezen gecompenseerd.

 

In het artikel wordt niet gesproken over de snelheden van de drie reacties.
Bij het ontwerpen van deze detector zullen deze reactiesnelheden zeker een rol hebben gespeeld.
Eén van de reacties dient langzaam te verlopen.