Rekenen met warmte

Om een kas op de juiste temperatuur te brengen, kan het nodig zijn om te verwarmen. Het komt echter ook regelmatig voor dat de temperatuur in de kas hoger is dan gewenst. In sommige teelten wordt er dan actief gekoeld.

Om dit soort dingen te snappen, gaan we een klein beetje rekenen met warmte.

Energie en vermogen

Een kas verwarmen kost energie. Deze energie kan afkomstig zijn uit bijvoorbeeld gas, steenkool of houtsnippers. Een kubieke meter gas of 1000kg steenkool of houtsnippers bevat een bepaalde hoeveelheid energie. Deze hoeveelheid energie drukken we uit in Joule (J). Ook een marsreep bevat een bepaald aantal Joule energie, die ervoor zorgt dat je kunt rondlopen of dik wordt.

Als we kijken naar de hoeveelheid energie per tijd, spreken we van het vermogen. Een ketel kan bijvoorbeeld 100 kubieke meter gas per uur verbranden. Dit levert een bepaalde hoeveelheid warmte per tijdseenheid op. Dit noemen we het vermogen. Het vermogen drukken we uit in Joule/seconde. Een Joule/seconde is hetzelfde als een Watt (W). Omdat het in de tuinbouw vaak gaat om grote vermogens, gebruiken we vaak voorvoegsels. Als het goed is, ken je deze natuurlijk nog van de middelbare school, maar voor de zekerheid...

1 Joule/seconde = 1 Watt

1 kilowatt (KW) = 1000 Watt (=1000 Joule/seconde)

1 Megawatt (MW) = 1 000 000 Watt (= 1 000 000 Joule/seconde)

Als ik sommetjes moet maken, werk ik de kilo's en mega's vaak meteen weg.

3,8 kW wordt dan 3800 W.

100 MW wordt dan 100 000 000 W.

Aan het einde van de rit haal ik dan 3 of 6 nullen weg door weer een kilo of Mega te plaatsen.

 

Een gasketel produceert in 1 minuut 120 000 Joule aan warm water. Wat is het vermogen van deze ketel?

Het vermogen is de hoeveelheid energie per seconde.

120 000 Joule in 60 seconde.

2 000 Joule in 1 seconde

Het vermogen is 2000 Watt

Of: het vermogen is 2 kW.

 

Let ook op het gebruik van hoofdletters: kW, MW, W, J/s.

 

De warmtecapaciteit van water

Als je 1 kg (dus 1 liter) water 1 ºC warmer wilt maken, heb je hiervoor een bepaalde hoeveelheid energie nodig. Deze hoeveelheid energie noemen we de warmtecapaciteit van water. De warmtecapaciteit van water is ongeveer 4200 Joule/kg/ºC.

Je kunt nu uitrekenen hoeveel energie je nodig hebt om 100 liter water 20 graden op te warmen.

1 liter water 1  ºC warmer maken kost 4200 Joule.

100 liter water 20  ºC warmer maken kost 4200 * 100 * 20 =  8 400 000 Joule

Deze warmte geeft het water af als het afkoelt. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren in een verwarmingsbuis in de kas. In dat geval wordt water dus gebruikt om warmte te verplaatsen van de ketel naar de kas.