Antisemitisme |
Jodenhaat. Het discrimineren van Joden. |
Ariër |
Term die de nazi’s gebruikten om mensen aan te duiden van het zogenaamd superieure Germaanse ras. |
Beurskrach |
Een sterke daling van de aandelenkoersen. De bekendste is van 1929 |
Bondgenootschap |
Groep landen die elkaar helpen, ook in oorlogstijd |
Capituleren |
Het zich overgeven aan de vijand |
Centralen |
Duitsland en Oostenrijk-Hongarije met hun bondgenoten in de Eerste Wereldoorlog |
Collaboratie |
Samenwerken met de Duitsers tijdens de Tweede Wereldoorlog |
Concentratiekamp |
Kamp waarin de nazi’s hun tegenstanders opsloten, lieten werken en/of vermoordden. |
D-Day |
6 juni 1944: de beslissende dag in de Tweede Wereldoorlog, de dag waarop de bevrijding van West-Europa begon. |
Discriminatie |
Mensen anders (slechter) behandelen vanwege hun huidskleur, geloof, ras of seksuele voorkeur. |
Geallieerden |
Landen die samenwerkten tegen Duitsland. |
Holocaust |
De massale moord op de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog |
Hongerwinter |
De winter van 1944 tot 1945. Dit was een strenge winter met een grote schaarste aan voedsel en brandstof in West-Nederland. Twintigduizend Nederlanders omkwamen door de honger en de kou |
Indoctrinatie |
Het, eventueel onder dwang, bijbrengen van een bepaalde mening of politieke leer. Ook wel hersenspoeling genoemd |
Inflatie |
Waardevermindering van het geld waardoor je voor hetzelfde geld steeds minder kunt kopen. |
Kolonialisme |
Het onderwerpen van gebieden in Afrika, Amerika en Azië. door Europese landen. |
Loopgraaf |
Een loopgraaf is een soort geul of gang in de grond die soldaten beschermt tegen vijandelijk vuur. |
Militarisme |
Een voorliefde voor militair vertoon zoals uniformen, wapens, onderscheidingen enzovoorts |
Nationaal-socialist |
Aanhanger van de ideeën van Hitler |
Nationalisme |
Overdreven liefde voor het eigen land of volk. |
Neutraal |
Niet behorend tot een of andere partij. |
NSB |
Nationaal Socialistische Beweging. Nederlandse politieke partij die dezelfde ideeën had als de Duitse nationaal-socialisten. |
NSDAP |
Nationaal Socialistische Duitse Arbeiders Partij. De politieke partij van Hitler |
Propaganda |
Je politieke ideeën verspreiden onder de bevolking via bijvoorbeeld radio, televisie en kranten. |
Razzia |
Georganiseerde drijfjacht op een groep mensen. Dat konden joden zijn, maar ook onderduikers of andere groeperingen. |
Rassenleer |
Het idee dat bepaalde mensenrassen minderwaardig en andere mensenrassen superieur zijn |
Verdrag van Versailles |
Vredesverdrag na de Eerste Wereldoorlog waarin Duitsland zware straffen kreeg opgelegd. |
Verzet |
Mensen die de Duitsers tegenwerkten tijdens de Tweede Wereldoorlog. |