Jodenvervolging/ Anne Frank

De Joodse Anne Frank (1929-1945) vluchtte in 1933 met haar familie van Duitsland naar Amsterdam. Hitler was in dat jaar in Duitsland aan de macht gekomen en maakte een begin met zijn politiek Joden uit het land te verdrijven. Het gezin Frank hoopte in Nederland veilig te zijn. Maar na de bezetting in mei 1940 nam de Duitse overheid ook in Nederland maatregelen om Joden sociaal te isoleren.

Anne Frank werd in 1929 in Frankfurt am Main (Duitsland) geboren. Annes ouders waren Joods. Ze voelden zich steeds minder thuis in Duitsland. Hitler was in 1933 aan de macht gekomen in Duitsland. Hij gaf de Joden er de schuld van dat het slecht ging met Duitsland. Hij wilde alle Joden weg hebben. In de zomer van 1933 vluchtte het gezin Frank naar Amsterdam.

In 1933 was Hitler aan de macht gekomen in Duitsland. Hij gaf de Joden er de schuld van dat het slecht ging met Duitsland. Hitler wilde alle Joden weg hebben. In mei 1940 begon Duitsland de oorlog tegen Nederland. Na 5 dagen vechten waren de Duitsers de baas in Nederland. Al snel gingen de Duitsers ook in Nederland de Joden apart houden van de rest van de bevolking.

Anne mocht niet op haar eigen school blijven

Anne en haar familie woonden in de Amsterdamse Rivierenbuurt. Anne ging daar naar school en leerde Nederlands spreken. In mei 1940 begon Duitsland de oorlog tegen Nederland. Na 5 dagen vechten waren de Duitsers de baas in Nederland.
Al snel gingen de Duitsers ook in Nederland de Joden apart houden van de rest van de bevolking. Anne moest afscheid nemen van haar vrienden en juffrouw. Ze moest voortaan naar een school voor Joodse kinderen.
Joden moesten een davidsster gaan dragen. Zo konden Joden op straat meteen herkend worden. Overal bij bioscopen, cafés en theaters kwamen bordjes met 'Voor Joden verboden'.

Anne mocht niet op haar eigen school blijven

Anne en haar familie woonden in de Amsterdamse Rivierenbuurt. Anne ging daar naar school en leerde Nederlands spreken. In mei 1940 begon Duitsland de oorlog tegen Nederland. Na 5 dagen vechten waren de Duitsers de baas in Nederland.
Al snel gingen de Duitsers ook in Nederland de Joden apart houden van de rest van de bevolking. Anne moest afscheid nemen van haar vrienden en juffrouw. Ze moest voortaan naar een school voor Joodse kinderen.
Joden moesten een davidsster gaan dragen. Zo konden Joden op straat meteen herkend worden. Overal bij bioscopen, cafés en theaters kwamen bordjes met 'Voor Joden verboden'.

In februari 1941 worden bij een razzia in Amsterdam Joden opgepakt. De Duitse politie rijdt met 15 overvalwagens de Joodse buurt van Amsterdam binnen en pakken met veel geweld 25 Joodse mannen op. Later worden deze mannen naar het kamp Mauthausen in Oostenrijk gebracht. Slechts drie mannen overleven dat kamp.

Als Duitsland in mei 1940 Nederland binnenvalt wonen er zo'n 140.000 Joden. Vanaf de herfst van dat zelfde jaar krijgen zij te maken met de anti-Joodse maatregelen van de nazi's. Overal worden Joden ontslagen uit overheidsdienst, ze mogen niet meer in openbare gelegenheden komen en Joodse kinderen kunnen niet meer naar een openbare school.

Maar het werd nog veel erger

Vanaf juli 1942 begonnen de Duitsers de Nederlandse Joden weg te voeren naar Oost-Europa. Alle Joodse gezinnen moesten hun koffers pakken om daar te gaan werken. Ze werden van huis opgehaald en op de trein gezet naar het concentratiekamp Westerbork in Drenthe.
Van daaruit werden ze naar vernietigingskampen in Oost-Europa gebracht. Meer dan 100.000 Joodse mannen, vrouwen en kinderen uit Nederland zijn daar vermoord. In totaal zijn zo'n zes miljoen Europese Joden gedood.

In 1933 was Hitler aan de macht gekomen in Duitsland. Hij gaf de Joden er de schuld van dat het slecht ging met Duitsland. Hij wilde alle Joden weg hebben en van Duitsland het machtigste land van Europa maken. In mei 1940 begon Duitsland de oorlog tegen Nederland. Na 5 dagen vechten waren de Duitsers de baas in Nederland. Vanaf juli 1942 begonnen de Duitsers de Nederlandse Joden weg te voeren naar Oost-Europa. Alle Joodse gezinnen moesten hun koffers pakken om daar te gaan werken. Ze werden eerst in een trein vervoerd naar kamp Westerbork in Drenthe. Daarna werden de Joden naar Oost-Europa gebracht. De treinen zaten overvol en het was donker en benauwd in de treinwagons. De mensen kregen geen eten en drinken tijdens de reis en ze konden ook niet naar de wc.

'Arbeit macht frei' was een spreuk die te zien was bij veel concentratiekampen. De spreuk hing namelijk boven de toegangspoort. Zo kon iedereen die voor het eerst in het kamp kwam de spreuk zien. De vertaling van de spreuk is letterlijk 'werken maakt vrij'. Toch werden de gevangenen niet vrijgelaten. Veel mensen werden vermoord en de mensen die bleven leven moesten heel hard werken. Meestal wel twaalf uur per dag. Het werk was vaak te zwaar en er was te weinig eten en drinken, zodat veel mensen alsnog dood gingen in het kamp. Alleen de allersterkste mensen bleven zo over.

Anne duikt onder en begint te schrijven

Het gezin Frank dook in 1942 onder. Onderduiken betekent dat je zorgt dat niemand je ziet. Je verstopt je en gaat niet meer naar buiten. Samen met vier andere mensen zat de familie Frank verstopt in een huis aan de Prinsengracht in Amsterdam.
Daar begon Anne aan een dagboek. Ze schreef wat ze meemaakte als een jong meisje dat op een klein kamertje moest zitten. Ze had grote plannen. Later – als ze weer vrij was – zou ze schrijfster worden. Twee jaar lang heeft de familie zich voor de Duitsers verborgen kunnen houden. Toen werden ze verraden en opgepakt.

 

 

Op 6 juli 1942 moet Anne Frank samen met haar familie onderduiken in het achterhuis van Opekta, het kantoor van haar vader Otto Frank. In de maanden voor de onderduik is de schuilplaats zo onopvallend mogelijk voorbereid. De zolderruimte en de twee verdiepingen zijn ontruimd en bewoonbaar gemaakt. De deur die de ingang is naar het Achterhuis, is verstopt achter een boekenkast.

Anne stierf, maar haar dagboek was goed bewaard

Anne stierf in 1945 in het Duitse concentratiekamp Bergen-Belsen. Ze was vijftien jaar oud. Ook haar zus Margot stierf daar. Haar moeder overleed in Auschwitz. Vader Otto Frank overleefde het kamp en keerde na de oorlog terug naar Amsterdam.
Van Miep Gies kreeg hij een stapel schriften. Miep Gies was de vrouw die de familie Frank bij het onderduiken had geholpen. Ze had de schriften van Anne gevonden en bewaard. De schriften waren haar dagboek.

Een dagboek, een toneelstuk en een huis

In 1947 werd het dagboek uitgegeven. Het kreeg de titel "Het Achterhuis". Het boek werd wereldberoemd, vooral toen er in 1955 in Amerika een toneelstuk van werd gemaakt. Net op tijd, want het Achterhuis zou gesloopt worden. Doordat het boek zo beroemd was, is het huis niet gesloopt. Het Anne Frank-huis is nu een museum waar ieder jaar heel veel mensen naartoe gaan.