Klimaat

Het klimaat is het weer in een gebied over een langere periode (dertig jaar). De temperatuur, windsnelheid, neerslag, vochtigheid , luchtdruk, bewolking, neerslag en de seizoenen hebben invloed op het klimaat.

De zon heeft grote invloed op het weer. Een deel van die zonnestraling kaatst terug de lucht in, een ander deel wordt omgezet in warmte. Een deel van deze warmtestralen worden vast gehouden door broeikasgassen zoals waterdamp en kooldioxide.

De hoogte van de zon, de duur van de dag en de afstand van de aarde tot de zon bepaalt het klimaat. Door het verschil in hoogte van de zon valt het zonlicht rond de polen op een groter gebied dan rond de evenaar. Daarom is de hoeveelheid licht die op een stuk aardoppervlak valt rond de evenaar veel hoger. Land warmt sneller op dan water, maar koelt ook sneller af. De luchttemperatuur boven zee zal minder verschillen dan de luchttemperatuur boven land.

Het klimaat in Nederland is een Gematigd klimaat. Het wordt ook wel Zeeklimaat genoemd. Dit houdt in dat er redelijk milde winters en milde zomers zijn en neerslag door het hele jaar heen. Dit komt door de invloed van de Noordzee. Nederland lijkt een nat klimaat te hebben, maar dat valt mee. Gemiddeld valt er zo’n 7% neerslag in de vorm van regen, sneeuw, ijzel of hagel. Als we dit omrekenen is dat één uur en veertig munten neerslag per dag.

Tijdens hele droge periodes zal er gemiddeld onder de vijfhonderd millimeter aan neerslag vallen. Tijdens hele natte periodes kan het oplopen tot zo’n duizend millimeter. Op 8 maart 2013 is er een neerslagrecord gemeten in de Bilt. Het heeft toen bij elke meting, dat gedaan wordt om de tien minuten, ten minste 0,1 millimeter neerslag gemeten. In het noorden is het iets koeler dan in het zuiden.