1.2a hoofdvraag formuleren

De hoofdvraag is de feitelijke onderzoeksvraag die je gaat beantwoorden.

Een goede hoofdvraag is essentieel voor je onderzoek. Denk hier goed over na. Het moet een vraag zijn waarop een duidelijk antwoord mogelijk is, maar waarvan het antwoord niet triviaal ( = zeer voor de hand liggend) is.

 

Voorbeelden van niet goede hoofdvragen:

- Kan ik de wrijving op een model-auto meten? (antwoord: ja of nee, einde oefening)

- Is er een verschil tussen het spectrum van een lamp en een TL-buis? (antwoord: ja, klaar)

- Hoe werkt een laser? (alleen theorie, direct te 'knippen-en-plakken' uit boek of internet)

- Waarom blijft een vliegtuig vliegen? (waarom-vragen zijn filosofisch, gebruik eventueel 'hoe' of 'waardoor')

- Welke klimaatsveranderingen treden er op en hoe komt dat? (te breed)

 

Voorbeelden van goede hoofdvragen:

- Van welke factoren hangt de luchtwrijving op een voertuig af, en wat is het verband tussen elk van die factoren en de grootte van de luchtwrijving?

- Welke verschillen zijn er tussen het spectrum van een gloeilamp, een TL-buis en de zon?

- Hoe ontwerp ik een vliegtuigvleugel, zo dat een modelvliegtuig ermee kan vliegen?

- Wat is het El NiƱo-effect en welk verband is er tussen dat effect en het optreden van klimaatveranderingen op aarde?

 

Let bij de formulering op de volgende punten:

- Is het een vraag?

- Past de vraag bij de omvang van de opdracht?

- Is de vraag duidelijk gesteld?

- Geen waarom-vragen!

- Is de vraag met een onderzoek te beantwoorden?