Eindopdracht A

Inmiddels weet je al veel over eufemisme, understatement, ironie, hyperbool, pleonasme, tautologie en andere stijlfiguren.
Het eindproduct van deze opdracht is het maken van een poster.
De poster is bedoeld voor leerlingen, die niet weten wat deze stijlfiguren inhouden.

Hoe je een poster maakt, kun je zien in de Gereedschapskist. Je kunt deze opdracht samen doen met een klasgenoot.

Voorwaarden waar de poster aan moet voldoen:

Klaar?

Hang je poster op in de klas, in overleg met je docent. Laat klasgenoten de gebruikte stijlmiddelen ontdekken.

Beoordeling

De docent zal de poster beoordelen. Hij of zij let daarbij op de volgende punten.

Poster maken

Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.