Wat kan ik straks?
Dit zijn de leerdoelen van de module Stijlmiddelen:
Beeldspraak
Je kunt:
- omschrijven wat beeldspraak is.
- beeldspraak gebruikt als vergelijking herkennen (vergelijking, metafoor en personificatie).
- beeldspraak gebruikt zonder vergelijking herkennen (metonymia, synesthesie).
Stijlfiguren
Je kunt:
- omschrijven met welk doel je een stijlfiguur gebruikt.
- de volgende stijlfiguren herkennen: eufemisme, understatement, ironie, hyperbool, herhaling, tautologie, pleonasme, antithese, paradox en retorische vraag.
- uitleggen wanneer je deze stijlfiguren gebruikt.
Taalgebruik
Je kunt:
- aangeven wat je kunt doen om je tekst aantrekkelijker te maken;
- een woordspeling herkennen en gebruiken;
- een alliteratie herkennen en gebruiken;
- omschrijven waarom je jargon en dure woorden vaak beter kunt vermijden.