Bij het onderzoeken van de zelfzuchtigheid van de mens heeft het ultimatumspel een groot nadeel. Hoewel we zagen dat de resultaten in werkelijkheid sterk afwijken van de verwachting, konden we immers geen uitspraak doen over de precieze achterliggende reden hiervan. Dit kwam met name doordat het ultimatumspel een strategisch element heeft, en het is dan ook aannemlijk om te denken dat de biedingen vaak hoog waren door een angst dat de tegenspeler het bod zou weigeren (Charness en Gneezy, 2008).
Het dictator spel ('dictator game') kan hierin uitkomst bieden. Dit spel is een versimpelde versie van het ultimatumspel, waarbij het strategische element uit het spel is gehaald. Een speler (speler 1) krijgt een bepaald bedrag, zeg €10, om te verdelen tussen hem- of haarzelf en een tegenspeler (speler 2). De tegenspeler moet het bod accepteren. Speler 1 fungeert hiermee dus als een soort dictator.
De resultaten van het dictatorspel zeggen veel over de zelfzuchtigheid van de mens. Omdat het spel niet strategisch is, zijn biedingen van speler 1 aan speler 2 altijd in bepaalde mate een bewijs tégen egoïsme. Het is voor speler 1 immers voordeliger om zelf de €10 te houden. De economische en rationele verwachting van het spel is dan ook dat speler 1 zelf alles houdt, en speler 2 dus niets krijgt. Wanneer speler 1 toch iets weggeeft zit daar dus iets achter wat te maken heeft met eerlijkheid of altruïsme. Wat er in werkelijkheid gebeurt, en wat hier achter kan zitten, behandelen we op de volgende pagina.
Charness, G., & Gneezy, U. (2008). What's in a name? Anonymity and social distance in dictator and ultimatum games. Journal of Economic Behavior & Organization, 68(1), 29-35.