Er zijn verschillende interessante voorbeelden van Nudges. Omdat marketing en nudging zo dicht bij elkaar liggen is het soms moeilijk om deze van elkaar te onderscheiden. Ze verschillen immers alleen in intentie. Sommige voorbeelden hieronder zijn dan met een goede motivatie ook als marketing te classificeren.
1. Urinoir
Het eerste voorbeeld van een Nudge komt zowaar uit Nederland. Op schiphol werden als eerst urinoirs gezien met een geprinte vlieg aan de binnenkant. Deze zouden mannen moeten stimuleren om letterlijk gezien niet buiten de pot te piesen, waardoor er bijvoorbeeld minder schoonmakers ingezet hoeven te worden. Hoewel het effect niet bewezen is, wordt het nog regelmatig aangedragen als voorbeeld van een Nudge (Sonnemans, 2014).
2. Belastingdienst
De belastingdienst kan haar taken niet leuker maken, maar wel makkelijker. Zo probeert ze middels gedragsprincipes mensen te stimuleren hun belastingaangifte te doen. Door bijvoorbeeld pennen mee te sturen met de belastingaangifte wekt ze reciprociteit op, en zijn mensen sneller geneigd de belastingaangifte terug te sturen. Hetzelfde principe wordt toegepast bij de volgende belofte: "Doe vóór 1 april aangifte, dan krijgt u van ons voor 1 juli bericht".
3. Sociale normen
Verschillende bedrijven zetten gedragsnormen in om sociaal gedrag kracht bij te zetten. Een bekend voorbeeld komt uit onderzoek van Goldstein, Cialdini en Griskevicius (2008). Zij vonden dat mensen in hotels bereid waren hun handdoeken vaker te gebruiken als expliciet vermeld stond dat mensen in datzelfde hotel dat ook deden. Het aantal mensen dat de handdoeken vaker gebruikte nam nóg sterker toe als vermeld stond dat mensen in dezelfde kamer hun handdoeken niet elke dag lieter vervangen. Goed voor het milieu dus!
Ander interessant onderzoek is van Bateson, Nettle en Roberts (2006). Zij vonden dat mensen meer bijdroegen aan een gemeenschappelijke geldpot voor koffie, wanneer er geprinte ogen bovenhingen die de werknemers als het ware aanstaarden. Volgens de auteurs was dit toe te wijden aan het feit dat de sociale norm (iedereen moet bijdragen aan de pot) sterker bekrachtigd werd.