Wat kan ik straks?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
- omschrijven wat wordt bedoeld met een uitdrukking of gezegde;
- van enkele uitdrukkingen de betekenis herkennen;
- herkennen wat een Babylonische spraakverwarring is;
- van zowel de uitdrukking als de spraakverwarring voorbeelden geven.