Deze opdracht over verkleinwoorden en trappen van vergelijking sluit je af met het maken van een woordzoeker.
Je maakt een woordzoeker OF met verkleinwoorden OF met woorden in de vergrotende of overtreffende trap.
Het is de bedoeling, als je de woordzoeker klaar hebt, dat je deze door je klasgenoot laat maken. Jij maakt dan weer de woordzoeker die je klasgenoot voor je heeft voorbereid.
Tip! Jullie kunnen er ook het oorspronkelijke woord zonder verkleinwoord bijschrijven.
Maak je een woordpuzzel met woorden in vergrotende of overtreffende trap? Schrijf dan de stellende trap van het woord erachter.
Uiteraard maak jij de woordzoeker die je klasgenoot voor je heeft klaargezet.
Hebben jullie alle woorden gevonden? Vergelijk elkaars antwoorden.
Jullie docent zal de woordzoeker beoordelen. Hij of zij zal letten op: