Lees de tekst en bekijk de video over het boek 'Kruistocht in spijkerbroek' van Thea Beckman.
Thea Beckman - Kruistocht in spijkerbroek Hij zag hoe de man verwonderd naar zijn trui en spijkerbroek keek. Nu pas drong het tot Dolf door dat de ander nog maar een jongeman was. Hij had lange donkere haren, mooie bruine ogen en een gebruinde huid. Hij was gekleed in een groen overkleed met een leren riem om zijn middel, waaraan een schede met een korte dolk hing. Verder droeg hij bruine laarzen en naast hem lag een hoed - eigenlijk een hoog, groen dopje. Dolf vond dat hij er heel hip uitzag, als een wat vreemd uitgedoste student van de Amsterdamse universiteit. Ze waren klaar met eten. Ezelman keek Dolf recht aan, wees toen op zijn eigen borst. ‘Leonardo,’ stelde hij zich voor. ‘Leonardo Fibonacci - da Pisa.’ ‘Pisa?’ stamelde Dolf verwonderd. Hij was bang dat hij het niet goed had verstaan. Maar de ander knikte. Dolf voelde dat nu van hem ook werd verwacht dat hij zich voorstelde. Je geboorteplaats hoorde daar blijkbaar meteen bij. Dus zei hij, wijzend op zichzelf: ‘Rudolf Wega - van Amstelveen.’ Tegelijkertijd besefte hij dat hij nu wel moeilijkheden met de taal zou krijgen. Hij kende geen Frans, laat staan Frankisch! En in Latijn was hij ook geen licht ... |
Bekijk ook het filmfragment.