Amsterdam in vogelvlucht

Eerste plattegrond

De Amsterdamse kaartenmaker Cornelis Antonisz hield erg veel van zijn stad. Daarom was hij apetrots toen de burgemeesters hem in 1538 vroegen om als eerste een plattegrond van de stad te maken. Hij probeerde zich in te denken hoe een vogel Amsterdam vanuit de lucht zou zien. Zijn plattegrond noemde hij dan ook "Amsterdam in vogelvlucht". Het schilderij van Cornelis is een belangrijke bron. dankzij hem weten we nu hoe de stad er aanhet eind van de middeleeuwen ongeveer uit zag. Wat voor ons vreemd is dat het noorden op de kaart aan de onderkant is.

 

Een Italiaanse reiziger over Amsterdam

 

Lodovico Guicciardini werd in 1521 geboren in Florence in Italië. Florence was een belangrijke handelsstad. Later ging hij in Antwerpen wonen, de grootste handelsstad van die tijd.

Regelmatig maakte hij uitstapjes in de Nederlanden. Zo kwam hij ook in Amsterdam. Hij schrijft: "Amsterdam heeft een prachtige haven, waar soms meer dan vijfhonderd schepen tegelijk liggen. Ze komen overal vandaan, maar de meeste komen uit Holland en zijn van Amsterdammers. Hier is het een drukte van belang: Amsterdam is na Antwerpen de tweede handelsstad van De Nederlanden. Het is niet te geloven hoe rijk de Amsterdammers zijn. Soms kopen ze de vracht van twee- of driehonderd schepen in één keer op. Ook worden er in Amsterdam veel schepen gebouwd."

Niet lang na het bezoek van Guicciardini kreeg Antwerpen last van de oorlog tussen de Nederlanders en de Spanjaarden, en werd Amsterdam de belangrijkste handelsstad van Noord-Europa.

 

Handelaren rondom de Dam

Amsterdam was een handelsstad. Het centrum van de stad was de Dam in de Amstel. Het plein werd de 'Plaetse' genoemd. Daar was de markt. De belangrijkste producten die werden verhandeld waren graan, bier en haring, dus daarmee was veel geld te verdienen. Dankzij een nieuwe techniek, het haringkaken, was het mogelijk haring lang te bewaren. Haringen werden dan schoongemaakt en in zout gelegd. Daardoor kon haring over lange afstanden worden verhandeld.

In de zestiende eeuw werd Brussel de hoofdstad van de Nederlanden. Amsterdam was een belangrijk handelscentrum. Niet alleen meer voor graan, bier en haring, maar nu ook voor hout, ijzererts, bont en kabeljauw.

In Amsterdam werden deze producten opgeslagen in pakhuizen, en later weer doorverkocht. Amsterdam werd een 'stapelmarkt', een plek waar alle handelswaren werden 'opgestapeld', om vervolgens weer doorverkocht te worden. In Amsterdam waren ook verschillende scheepswerven.

In de zestiende eeuw was Amsterdam de grootste stad van het gewest Holland. Er woonden mensen uit veel verschillende landen. Amsterdam was een wereldstad geworden.