3. Inzet en bediening van machines en werktuigen
Leerdoelen Inzet en bediening van machines en werktuigen
De leerling:
- heeft kennis en vaardigheden om met machines te werken;
- uitvoeren dagelijkse controles zoals vloeistofniveaus controleren en aanvullen, verlichting en waarschuwingsborden controleren etc.
- Banden; profiel, bandenspanning
- kan veilig en vakkundig werken met gemotoriseerd handgereedschap zoals een motorzaag, bladblazer, heggenschaar en bosmaaier;
- voert of laat de werkzaamheden uitvoeren volgens de vereiste kwaliteit;
- heeft oog voor de omstandigheden (weer, bodemgesteldheid, omstanders, verkeer e.d.) en past de machine en/of werkzaamheden daarop aan;
