werkt volgens de voorschriften zoals die in de arbocatalogus zijn opgenomen en gebruikt de daarin genoemde persoonlijke beschermingsmiddelen;
weet de eisen bij het scheiden van afval; organisch/anorganisch/ schoon hout/geïmpregneerd, begeleidingsbrieven en de noodzaak voor scheiden om te voorkomen dat nog te gebruiken restmateriaal duurbetaald afval wordt;
gaat zorgvuldig om met het milieu en past daar zijn gedrag op aan. Hij/zij weet hoe te handelen bij lekkages, afvoeren reststoffen, afvalwater etc.;
kent de gevaren van bestrijdingsmiddelen (arbocatalogus) en past geen bestrijdingsmiddelen toe zonder de benodigde licentie’s;
streeft naar het vakkundig inzetten van machines, vermijden van onnodig stationair draaien, om zo min mogelijk brandstof te verbruiken (CO2 ladder);
ziet de noodzaak en belang in van bescherming van flora en fauna en weet dat zorgvuldig werken noodzakelijk is;
kent de belangrijkste keurmerken (iso, vca, groenkeur, FSC-hout, vebon, Recron, TUV)