Regel 1 = Stam + t

Regel 1 is de regel van de tegenwoordige tijd. Wanneer een werkwoord in de tegenwoordige tijd staat, voeg je na de stam de letter "T" toe.

Ken je deze regel ook?

 

Iedereen krijgt T, behalve als ik ervoor sta en jij en ik erachter staan.

 

Deze regel kun je op de volgende manier toepassen:

 

Ik werk (stam)

Jij/ hij/ zij/ u/ het  werk t (stam + t)

Werk jij ? (jij staat eracht en krijgt nu dus geen T)

Werk ik? (jij staat erachter en krijgt nu dus geen T)

 

Een werkwoord lijkt op een boom...
Elk werkwoord eindigt op een  -en. Afhankelijk van de tijd kies je voor een verschillende uitgang. Zo is het ook bij een boom; elk seizoen ziet de stam er hetzelfde uit, de uiteinden van de boom (takken) zijn elk seizoen verschillend. Afhankelijk van de tijd, krijt de stam een -d/t/dt
hele werkwoorden:
Fiets + en
Roep + en
Spring + en
Lach + en

 

hoe herken je werkwoorden; je kunt het nog eens nalezen op deze volgende website

Kijk maar even naar dit filmpje, misschien wordt het dan nog een stukje duidelijker