Handen wassen

-
Met zeep
-
30 hele tellen wassen
-
Liefst met warm water
-
Ook tussen de vingers, onder de nagels en vergeet je duim niet!
-
Handen goed afdrogen aan een droge, schone. Handdoek of een papieren wegwerphanddoek
Handen wassen doe je:
-
Voor het koken
-
Na toiletbezoek, niezen, hoesten
-
Na het aanraken van rauw vlees, vis, kip of rauw ei
Bekijk via deze een filmpje hoe je je handen moet wassen.