Zorg ervoor dat je keuken schoon is. Denk hierbij niet alleen aan het aanrecht, toestellen en keukenmateriaal, maar ook aan de vaat-, thee- en handdoek. Vervang regelmatig je keukenhanddoek.
Bereid geen gerechten als je maag- en/of darmklachten hebt.
Controleer af en toe je voorraadkast. Soms staan ingrediënten er al een tijdje en kan de houdbaarheidsdatum toevallig al verstreken zijn. Pas het FIFO-principe toe: First in, First out. Wat je eerst aangekocht hebt, dien je eerst op te gebruiken.
Ontdooien doe je best in de koelkast. Wil je het snel ontdooien, gebruik dan de magnetron (microgolfoven). Hermetisch verpakte producten kan je ook in warm water dompelen. Ontdooi zeker niet bij kamertemperatuur.
Tijdens de bereiding van het voedsel
Gebruik aparte snijplanken en keukenmateriaal voor het bereiden van vlees en groenten, maar ook voor rauwe en gare producten of reinig na elk gebruik grondig je materiaal. Hou rauw vlees, rauwe kip en rauwe vis gescheiden van ander voedsel. Zo voorkom je kruisbesmetting.
Was gebruikte spullen gelijk na gebruik af met afwasmiddel of doe ze meteen in de vaatwasser.
Was ingrediënten voor je ze gebruikt af met water, zeker de groenten en het fruit die rauw worden gegeten. Vergeet ook de voorverpakte en voorgesneden rauwe groenten niet te wassen.
Eten moet minimaal 75°C of warmer gemaakt worden als je het bakt of kookt (Met uitzondering van roségerechten zoals biefstuk). Wanneer je dit zeker wilt weten, kun je hiervoor een keukenthermometer kopen.
Zorg ervoor dat gehakt, rollades en kip goed doorbakken zijn.
Breng soepen aan de kook
Zorg dat de vleessappen van bereide kip en vlees helder zijn en niet meer roze