In de levensmiddelenindustrie bestaan verschillende mogelijkheden om een proces, verkort en overzichtelijk, schematisch weer te geven. Eén van de methoden is het maken van een blok- of stroomschema.
Het blokschema voor de pommes frites productstroom ziet er zo uit:
En dit is het stroomschema van de pommes frites productstroom:
Bij het weergeven van processen met behulp van een blok- of stroomschema maak je dus gebruik van symbolen. Elk symbool stelt een bewerking of een apparaat voor. Het transport is aangegeven door de verbindingslijnen of pijlen.
Het blokschema is opgebouwd uit deze 2 symbolen:
In het stroomschema zijn 3 symbolen aanwezig:
Het verschil tussen het blokschema en het stroomschema zit ‘m dus in de symbolen die gebruikt worden.
Een blokschema van een productstroom geeft alleen de bewerkingen (vorm = rechthoek) en het begin en eind van het proces (vorm =ovaal) weer.
Een stroomschema geeft de bewerkingen (vorm = rechthoek), begin en eind van het proces (vorm = ovaal) en de ingaande en uitgaande stoffen (vorm = paralellogram) weer.
Afspraken opzet stroomschema
Voor het maken van een stroomschema zijn er de algemeen geldende afspraken.