3.2. Opslag van vaste stoffen

Bij vaste stoffen maak je onderscheid tussen stukgoed en bulk. De opslag van bulkproducten vindt plaats in silo’s. Stukgoed wordt meestal op pallets gestapeld en in stellingen opgeslagen. 

Voor beide soorten geldt dat de omstandigheden tijdens de opslag grote invloed kunnen hebben op de kwaliteit van het product.


Stukgoederen

Stukgoederen zijn vaak verpakt in kartonnen dozen. Deze zorgen er niet alleen voor dat het product in de gewenste hoeveelheid afgepast is en bij elkaar blijft, het karton zorgt ook voor de stevigheid. Vaak is een plastic folie om de pallet gewikkeld, die zorgt voor extra stevigheid, en extra bescherming tegen vuil.

Bij opslag van stukgoed in kartonnen dozen is het belangrijk om de luchtvochtigheid in de gaten te houden. Wanneer de lucht erg vochtig is, neemt het karton vocht uit de lucht op en verliest daardoor veel van zijn stevigheid. Die stevigheid komt niet meer terug, wanneer de lucht weer droger wordt, en het karton dus opdroogt.

Ook kan door vocht schimmelgroei gaan optreden. Al eet je de verpakking (meestal) niet op, toch is een beschimmelde verpakking ongewenst.

Opslag dozen


Bulkproducten in silo’s

Silo's

Bulkgoederen zoals bijvoorbeeld suiker en meel worden in tankwagens getransporteerd van het ene naar het andere bedrijf, en tot gebruik in silo’s opgeslagen. Vaak staan deze silo’s buiten op het fabrieksterrein en zijn al van ver te zien.

In de silo is het product beschermd tegen invloed van buitenaf, zoals regen, wind, vogels, ongedierte. Een silo bestaat uit een cilindervorm met aan de onderzijde een trechtervormige opening. Afhankelijk van het materiaal waarvan ze gemaakt zijn is de vorm meestal rond (staal, kunststof) of rechthoekig of zeskantig (beton, silogebouwen). 

Bij het legen van de silo stroomt het product onder invloed van de zwaartekracht naar de trechteropening onderin de silo.

In de ideale situatie stroomt het product dat er al het langst in zit, als eerste uit de silo. Dat kan wanneer in het midden en aan de wand alle deeltjes even snel naar beneden stromen, dit heet massastroming. Afhankelijk van de vorm van de silo, de ruwheid van de binnenoppervlakte en de ‘plakkerigheid’ van het product zal dit meer of minder het geval zijn.

Bij de vorm van de silo is de verhouding tussen de diameter en de hoogte belangrijk. De hoogte is meestal 5 tot 10 keer de diameter van de silo.Hierdoor ontstaat er bij het uitstromen voldoende druk.Ook de vorm van de uitstroomtrechter is belangrijk. Een langgerekte trechter geeft een mooi stromingsbeeld. Bij een trechter die vrijwel vlak is ontstaan er zogenaamde ‘dode zones’ waar het product niet stroomt. Hier blijft dus heel lang product liggen, wat kan bederven.

Beeld van de dode zone die in een silo kan ontstaan door uitstroom van grondstof.
Beeld van de dode zone die in een silo kan ontstaan door uitstroom van grondstof. Bron.
 

Brugvorming en opheffen brugvorming
Wanneer het product niet uit zichzelf stroomt, of wanneer een goed stromend product plakkerig is geworden door vocht, kan het product in de silo blijven ‘hangen’. Bij de uitstroomopening ontstaat er een holte. Dit noemen we brugvorming of boogvorming.

Brugvorming en boogvorming. Bron.
 

Brugvorming opheffen

Er zijn verschillende manieren om brugvorming op te heffen. Aan de silo worden soms aan de buitenkant hamers of kloppers gemonteerd. Kijk maar:


Ook is de brugvorming te breken door persluchtpulsen te geven. Aan de binnenkant van de trechter kunnen ‘woelmatten’ worden aangebracht, deze kunnen met behulp van perslucht worden opgeblazen. Hierdoor wordt de brug verstoord en stort in.