7.1 Ik kan reflecteren op mijn eigen professionele ontwikkeling en studiegedrag.
7.2 Ik maak gebruik van feedback van cliënten en collega’s om mezelf als begeleider te ontwikkelen.
7.3 Ik stem mijn professionele ontwikkeling af op ontwikkelingen in de instelling.
7.4 Ik kan wat ik als begeleider doe en wil verantwoorden vanuit een goed doordachte visie op het beroep en mijn taken in de uitoefening daarvan.