1.1 Ik beheers sociale en communicatieve vaardigheden zoals gespreksvaardigheden, luistervaardigheden, feedbackvaardigheden.
1.2 Ik kan sociale interacties bij een cliënt herkennen en verklaren.
1.3 Ik schep een klimaat voor samenwerking met de cliënten en tussen de cliënten onderling.
1.4 Ik spreek cliënten aan op ongewenst gedrag en stimuleer gewenst gedrag.
1.5 Ik maak cliënten medeverantwoordelijk voor een goed werk- en leefklimaat in de groep.( wonen en dagbesteding)