Begrippenlijst

Voortplanting bij dieren

Voortplanten
Het zorgen voor nageslacht voor mensen, dieren of planten

Ongeslachtelijk voortplanten
Dieren of planten die zich voort kunnen planten in hun eentje. Zonder partner. Er is geen mannelijke én vrouwelijke variant van de soort nodig.
Geslachtelijk voortplanten
Voortplanten voor twee geslachten: een mannetje en een vrouwtje. Het mannetje levert zaadcellen. Het vrouwtje de eicellen.
Baltsgedrag
Gedrag van dieren tijdens de paartijd. Vaak van het mannetje om indruk te maken op het vrouwtje.
Nestgedrag
Het bouwen van een nest waarmee vooral vogels laten zien aan het andere geslacht dat ze zich willen voortplanten.
Zaadcellen
Mannelijke voortplantingscellen

Eicellen
Vrouwelijke voortplantingscellen

Penis
Geslachtsorgaan van het mannetje waarmee de zaadcellen in het lichaam van het vrouwtje worden geplaatst voor inwendige bevruchting.

Inwendige bevruchting
De eicellen worden in het lichaam van het vrouwtje bevrucht door de zaadcellen.
Uitwendige bevruchting
De eicellen worden buiten het lichaam van het vrouwtje bevrucht door de zaadcellen.
Zygote
Een bevruchte eicel.
Metamorfose
Gedaanteverwisseling die sommige dieren doormaken tijdens hun ontwikkeling naar het volwassen worden.
Broedzorg
Het verzorgen van de nakomelingen.
Nestvlieders
Dieren die gelijk na hun geboorte zelf moeten voorzien in hun voedsel.
Nestblijvers
Dieren die na hun geboorte voedsel van hun ouders krijgen om te overleven.
Zogen
Het geven van borstvoeding.