Traanfilm

Elke keer dat je met je ogen knippert, wordt traanvocht in een dun laagje gelijkmatig verdeeld over het oog.
Dit dunne laagje wordt de traanfilm genoemd en dient om het oogoppervlak glad te houden en te beschermen tegen de buitenlucht. De traanfilm bestaat uit drie lagen: een slijmlaagje, een waterlaagje en een vetlaagje (zie figuur 1).

 

 

Het slijmlaagje, dat in direct contact staat met het oogoppervlak, zorgt voor een gelijkmatige verdeling en hechting van het waterlaagje.
Het waterlaagje zorgt voor de afvoer van bacteriën, vuil en stof.
Het vetlaagje voorkomt verdamping van het water en bevat onder andere fosfolipiden. Hieronder is een fosfolipidemolecuul schematisch weergegeven:
 
 
Fosfolipiden maken het mogelijk dat het vetlaagje zich gelijkmatig verdeelt over het waterlaagje.
Hieronder is de doorsnede van de traanfilm weergegeven.
 
Het slijmlaagje bevat mucines.
Mucinemoleculen bestaan uit eiwitketens waaraan polysacharideketens zijn gebonden.
Deze polysacharideketens geven mucinemoleculen een groot waterbindend vermogen.
In figuur 2 is een fragment van een mucinemolecuul schematisch weergegeven.
 
De eiwitketens van mucinemoleculen bestaan uit delen waarin het aminozuur cysteïne veel voorkomt en uit delen waar de aminozuren serine, threonine en proline veel voorkomen.
Het fragment ~Ser-Thr-Pro~ komt regelmatig voor in mucinemoleculen.
De cysteïnerijke delen van twee verschillende mucinemoleculen vormen door reactie met zuurstof crosslinks met elkaar.
Bij deze reactie ontstaat ook water.
Hieronder is de vergelijking van deze reactie onvolledig weergegeven.

 

De polysacharideketens die in mucinemoleculen voorkomen, zorgen ervoor dat mucine een groot waterbindend vermogen heeft.
Toch lost mucine niet op in water.