De rangtelwoorden maak je in het Duits als volgt:
1 t/m 19 getal + te
vanaf 20 getal + ste
voorbeeld:
erste, zweite, dritte, vierte.... neunte.....neunzehnte.
zwanzigste, einundzwanzigste......neunzigste..enzovoort.
Maar let op, er zijn uitzonderingen zoals bij de rangtelwoorden: sieben = siebte
drei = dritte
eins = erste
De getallen geef je altijd aan met een punt erachter: 1. = erste, 89. = neunundachzigste.