Bij sterke werkwoorden met een stam op -d of -t wordt in een aantal vormen een -e ingevoerd.
Uitzonderingen: 2.persoon enkelvoud, verleden tijd: du bandst (binden) , du glittst (gleiten)
tegenwoordige tijd verleden tijd
Ich binde band
du bindest bandst
er/sie/es bindet band
wir binden banden
ihr bindet bandet
sie/Sie binden banden
Voor een betere uitspraak wordt hier dus een extra -e ingevoegd.