ELKE WEEK MOET JE MINIMAAL 1X ALLE LARVEN, POPPEN EN KEVERS TELLEN. HOUDT DEZE BIJ IN EEN TABEL.
A) Leg 1 meeltor op een glazen schaaltje. Welke levenverschijnsel(en) vertoont de tor? Noteer dit in het WORD bestand (zie onderaan pagina).
B) Maak van de meeltor een schematische tekening. Maak de tekening op een apart A4 blaadje. Geef linksboven aan om welke levensfase de tekening gaat. De tekening moet volgens de tekenregels gemaakt worden!
C) Benoem de volgende onderdelen op de tekening: poot, oog, lijf. Geef ook aan welke levenskenmerken jij ziet!
D) Maak een kleine natuurgetrouwe tekening op een leeg A4 blaadje. De meeltor mag niet groter dan 8 cm getekend zijn!
E) Zoek nu informatie over de meeltor. LET OP: bronnen vermelden!
F) Als één van je meeltorren verpopt is kan je verder met deze stap: haal 1 pop uit het bakje en leg deze op een glazen schaaltje.
G) Herhaal stap B,C,D maar dan maak je tekeningen van de pop.
H) Als één van de poppen is uitgekomen, kan je verder met deze stap. Haal nu 1 kever uit het bakje. Stop deze in een afgesloten glazen schaaltje.
I) Herhaal stap B, C, D maar nu maak je tekeningen van de kever.
J) Nu heb je alle tekeningen gemaakt. Knip de natuurgetrouwe tekeningen uit en plak deze op de juiste volgorde achter elkaar. Zie afbeelding hieronder.
K) Zet boven de pagina: levenscyclus meeltor. Natuurgetrouw getekend.
L) Nu ga je leren vergroten met een binoculair. Vraag de TOA/ docent om een dode kever.
M) Leg de kever In het midden op de binoculair. Zoek het kopje.
N) Maak een schematische tekening van de kop. Geef in de tekening aan: oog, kop en antenne.