Tekeningen, maquettes, schaalmodellen, … zijn allemaal voorbeelden waarbij het product niet “op ware grootte” wordt afgebeeld. Eenvoudig om dat dat niet praktisch is. Een plattegrond van de stad Amsterdam “op ware grootte” voegt weinig toe als je de weg kwijt bent. Het is dan veel handiger om een kaartje te hebben waar de stad verkleind op wordt weergegeven. Een computerchip ontwerpen “op ware grootte” is ook al weinig praktisch. De onderdelen hebben een formaat van nanometers en dat kan je niet tekenen of zelfs maar zien.
Je kan een schaal gebruiken om iets te vergroten. Bijvoorbeeld 10:1 (10 centimeter in de tekening is in het echt maar 1 cm). Of om iets op ware grootte te presenteren (schaal 1:1). Of je gebruikt een schaal om iets te verkleinen (bijvoorbeeld een schaal van 1:100 betekent dat 1 centimeter in een tekening in werkelijkheid 100 centimeter is).
Schaal op ware grootte
1:1
Aanbevolen schalen voor verkleiningen
1:2
1:5
1:10
1:20
1:50
1:100