
Vooraf
Lees voor je begint de werkwijzer een keer helemaal door.
Tijd
Voor de afronding van het thema heb je ongeveer lesuren nodig.
Je doet stap tot en met
alleen.
Het eindproduct maakt je samen met een klasgenoot.
Benodigheden

Stap 1
Je ziet twee tandwielen die verbonden zijn door een ketting.
Het grootste tandwiel heeft tanden.
Het kleine tandwiel heeft tanden.
| aantal omwentelingen blauwe tandwiel | |||||
| aantal omwentelingen groene tandwiel |
| aantal omwentelingen blauwe tandwiel | |||||
| aantal omwentelingen groene tandwiel |

Stap 2
Je ziet nogmaals de twee tandwielen die verbonden zijn door een ketting.
Het grootste tandwiel heeft tanden.
Het kleine tandwiel heeft tanden.
De verhouding tussen het aantallen tanden is de overbrenging.
Bij deze twee tandwielen is de overbrenging .
Als het grote tandwiel één keer rond draait, draait het kleine tandwiel twee keer rond.
Je ziet nog twee tandwielen die verbonden zijn door een ketting.
Het grootste tandwiel heeft tanden.
Het kleinste tandwiel heeft tanden.
Vul in: de overbrenging is

Stap 3
Je ziet twee tandwielen die verbonden zijn door een ketting.
Het grootste tandwiel heeft tanden.
Het kleine tandwiel heeft 16 tanden.
De overbrenging is dus .
Neem de tabel en vul hem verder in.
Vergelijk je antwoorden met die van een klasgenoot.
Is de tabel een verhoudingstabel?
| aantal omwentelingen blauwe tandwiel | |||||
| aantal omwentelingen groene tandwiel |
| aantal omwentelingen blauwe tandwiel | |||||
| aantal omwentelingen groene tandwiel |

Stap 4
Op een fiets met versnellingen heb je voor en achter vaak verschillende tandwielen.
Een fiets met voortandwielen (
en
tanden) en
achterandwielen (
,
,
en
tanden) is een fiets met
versnellingen.
Vul de tabel in. Rond af op cijfer achter de komma.
| voortandwiel | achtertandwiel | overbrenging |
| ... | ||
| ... | ||
| ... | ||
| ... | ||
| ... | ||
| ... | ||
| ... |
| voortandwiel | achtertandwiel | overbrenging |

Stap 5
Een fiets met voortandwielen (
en
tanden) en
achtertandwielen (
,
,
en
tanden) is een fiets met
versnellingen.
Bij iedere versnelling hoort een andere overbrenging.
De grootste overbrenging die je kunt krijgen, is .
De kleinste overbrenging die je kunt krijgen, is .
Beantwoord de volgende vragen:

Stap 6
De afstand die je vooruit rijdt als je trappers één keer helemaal ronddraaien, noem je het verzet. Het verzet is afhankelijk van de grootte van de wielen en van de overbrenging. Van een gewone fiets is de wielomtrek ongeveer meter. Dat wil dus zeggen dat als het wiel één keer ronddraait, dat je dan
meter aflegt.
Gegeven:
Voortandwiel: tanden.
Achtertandwiel: tanden.
Wielomtrek: m.
Hoe groot is het verzet?
Vul de tabel verder in. Is de tabel een verhoudingstabel?
| aantal omwentelingen grote tandwiel | |||||
| aantal omwentelingen kleine tandwiel | ... | ... | ... | ||
| afgelegde afstand (m) | ... | ... | ... |
| aantal omwentelingen grote tandwiel | |||||
| aantal omwentelingen kleine tandwiel | |||||
| afgelegde afstand (m) |

Stap 7
Gegeven:
Voortandwiel: tanden.
Achtertandwiel: tanden.
Wielomtrek: m.
Hoe groot is het verzet?
Vul de tabel verder in.
Is de tabel een verhoudingstabel?
| aantal omwentelingen grote tandwiel | |||||
| aantal omwentelingen kleine tandwiel | ... | ... | ... | ... | |
| afgelegde afstand (m) | ... | ... | ... | ... |
| aantal omwentelingen grote tandwiel | |||||
| aantal omwentelingen kleine tandwiel | |||||
| afgelegde afstand (m) |
Stap 8
Deze stap doe je samen met een klasgenoot.
Jullie gaan aan de slag met een echte fiets met versnelling.
Bekijk de fiets goed.
Hoeveel voortandwielen heeft de fiets? En hoeveel achtertandwielen?
Tel van ieder tandwiel nauwkeurig het aantal tanden.
Zet de gegevens in een tabel als in stap 4.
Bereken voor de verschillende combinaties de overbrenging.
Bepaal met een meetlint de omtrek van je achterwiel.
Bereken bij één of twee versnellingen het verzet.
Maak met de antwoorden op de vragen een verslag van maximaal 1 A4-tje.
Vertel in het verslag wat wordt bedoeld met de overbrenging en met het verzet.
Zorg voor een duidelijke tabel in jullie verslag.
Als jullie klaar zijn, laten jullie het verslag beoordelen door jullie docent.