Verandering

Werken is niet gezond voor kinderen

Vanaf 1860 kwam er steeds meer kritiek op kinderarbeid. Dokters en onderwijzers legden uit dat het werk ongezond was. Kinderen hoorden op school, zeiden ze. Fabrieksdirecteuren begonnen te snappen dat ze inderdaad beter konden wachten tot de kinderen hun lagere school hadden afgemaakt. Kinderen van twaalf jaar en ouder konden lezen en schrijven. Daar had je veel meer aan.

Kinderarbeid was niet meer nodig

De fabrieksdirecteuren hadden de kinderen ook steeds minder nodig. Machines namen het werk over.  Toen de lonen van de ouders stegen, was het geld dat de kinderen verdienden niet meer zo nodig. Ze stuurden hun kinderen steeds vaker en langer naar school. Ze snapten namelijk wel dat hun kinderen meer konden bereiken in het leven als ze een goede school hadden gehad

Naar school tot je dertiende

De regering bemoeide zich er ook mee. Er kwamen twee nieuwe wetten. De eerste was de Kinderwet van Samuël van Houten in 1874. Deze wet verbood kinderen tot twaalf jaar in werkplaatsen en fabrieken te werken. Dat klinkt heel goed, maar het betekende niet dat kinderarbeid meteen ophield. Bovendien was werken op het land nog niet verboden.
De Leerplichtwet van 1900 maakte wel definitief een einde aan kinderarbeid. Vanaf dat moment waren alle ouders verplicht hun kinderen van zeven tot dertien jaar naar school te sturen. In de praktijk deden de meeste ouders dat trouwens al. Rond 1900 gingen 9 van de 10 kinderen naar school.

Samuel van Houten