4.2 Cirkeldiagram

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Na het doorwerken van deze paragraaf kun je:

---------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Bekijk eerst dit filmpje :

 

Kennisbank cirkeldiagram 1

 Aan 200 mensen is gevraagd wat hun favoriete sport is.
  Met de antwoorden is een cirkeldiagram gemaakt.

   

 

  Een cirkeldiagram wordt vaak gebruikt om gegevens weer te geven.
  De 'taartpunten' van het cirkeldiagram noem je ook wel sectoren.
  In een cirkeldiagram werk je vaak met percentages.

  Je ziet dat  60% van de ondervraagden gekozen heeft voor voetbal.

Opgave 1:

Aan 50 mensen is gevraagd wat hun favoriete sport is.
Ze mochten kiezen uit voetbal, tennis, volleybal en hockey.
De resultaten vind je in de tabel.

SportSport AantalAantal PercentagePercentage
Voetbal 30 30/50 = 0,6 = 60%
Tennis 12 ……
Volleybal 5 ……
Hockey 3 ……
Totaal 50 ……

 

a) Vul de kolom ''​Percentage​''  verder in.

b) Bij de tabel van vraag 1a is een cirkeldiagram gemaakt.
      Zet de juiste namen bij de sectoren.
       

 

Opgave 2:

 

Een boekhandelaar verkoopt drie soorten boeken:

 

 

 

Op een zaterdag zijn er 500 boeken verkocht. In het cirkeldiagram zie je welke boeken verkocht zijn.

  a)  Van welk soort boeken zijn er die zaterdag het minst verkocht?

 b)  Hoeveel boeken van elke soort zijn er verkocht?

 

Opgave 3:

Ling krijgt van haar ouders €50,- per maand.
In de tabel zie je waar ze haar geld aan uitgeeft.
Bij de tabel is een cirkeldiagram gemaakt.

Uitgave Bedrag
Kleding € 20
CD's € 15
Beltegoed € 10
Sparen € 5

     a  =............ %

     b =............. %

     c  = .............%

     d =.............. %

 

Opgave 4:

Op een zaterdag zijn er in het totaal 400 boeken verkocht.

 

   

 

 


a)  Hoeveel ​studieboeken​ heeft zijn er op die zaterdag door de boekhandelaar verkocht?

 

Opgave 5:

   

 

 

 

Een pizzeria heeft een jaar lang bijgehouden welke pizza's verkocht zijn. In het cirkeldiagram zie je het resultaat.

      a) Welke pizza wordt het meest verkocht?

      b) In het totaal zijn er dat jaar 7200 pizza's verkocht. Hoeveel van deze pizza's waren pizza Hawaï?

 

Opgave 6:

 

In het cirkeldiagram zie je een dagindeling (24 uur = 1440 minuten) van een gemiddelde middelbare scholier.

 

               

 

  a) Laat met een berekening zien dat een scholier ruim 7 uur per dag op school zit.

  b) Hoeveel minuten gaat op aan het maken van huiswerk?

  c) Van de vrije tijd wordt een derde deel aan tv-kijken besteed. Hoeveel minuten is dat?

  d) Klopt de dagindeling van de gemiddelde scholier met jouw dagindeling? Schrijf de belangrijkste verschillen op.

 

Opgave 7:

 Iram krijgt € 40,- per maand.
 Haar belangrijkste uitgavenposten zijn kleding en haar telefoon.
 Kijk maar in de tabel:

       

UitgaveUitgave BedragBedrag
Kleding € 15,-
Bellen € 17,-
Overigen € 8,-


    Bij de tabel wordt een cirkeldiagram gemaakt.
     a)  Maak het cirkeldiagram op het werkblad af door de legenda en de ontbrekende percentages in te vullen.