
Na het doorwerken van deze paragraaf kun je:
Filmpje steelbladdiagram.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Zijn je gegevens getallen, dan kun je de gegevens soms ook weergeven in een
steel-bladdiagram. In een steel-bladdiagram is ieder getal gesplitst:
- in de steel staat het eerste deel van het getal,
- in het blad staat het laatste deel van het getal.
Voorbeeld
Hieronder zie je de cijfers voor een proefwerk wiskunde.
De cijfers zijn afgerond op één cijfer achter de komma.
| 2,6 | 3,7 | 4,8 | 4,9 | 5,6 | 5,7 | 5,9 | 5,9 |
| 6,0 | 6,0 | 6,0 | 6,6 | 6,6 | 6,6 | 6,7 | 6,7 |
| 6,8 | 7,0 | 7,4 | 7,7 | 7,7 | 7,7 | 7,9 | 8,2 |
| 8,4 | 8,6 | 8,8 | 9,0 | 9,2 | 9,3 |

Met de cijfers is een steel-bladdiagram gemaakt.
In de steel staan de gehele getallen, in de bladeren staan
de getallen achter de komma van klein naar groot.
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Opgave 1:
Bekijk de getallen.
14, 16, 17, 23, 24, 25, 25, 26, 28, 30, 32 en 34.
Met deze getallen wordt een steel-bladdiagram gemaakt.
De tientallen staan in de steel.
De eenheden staan in het blad.

a) Neem het steelbladdiagram over en maak hem verder af.
Opgave 2:
Leerlingen uit klas 3A hebben een proefwerk wiskunde gemaakt.
Hieronder de resultaten.
| 4,8 | 5,7 | 8,2 | 8,2 | 7,4 | 6,5 | 6,2 | 5,4 | 7,5 |
| 8,1 | 5,0 | 6,4 | 6,9 | 6,7 | 7,5 | 4,9 | 6,7 | 7,5 |
| 6,8 | 5,8 | 5,4 | 6,2 | 5,7 | 5,5 | 6,8 | 7,7 | 7,2 |
a) Hoeveel leerlingen zitten er in de klas?
b) Maak met de cijfers een steel-bladdiagram.
c) Hoeveel leerlingen hebben een 7 of meer gehaald?
d) Hoeveel procent van de leerlingen had een onvoldoende (lager dan 5,5)?
Opgave 3:
Na inspanning gaat vaak je polsslag (in slagen per minuut) omhoog. In het steel-bladdiagram zie je dit terug voor een groep leerlingen.

a) Van hoeveel leerlingen is de polsslag vóór en na de inspanning gemeten?
b) Hoe hoog was de hoogste polsslag voor de oefening?
En hoe hoog na de oefening?
c) Wat is het voordeel van het gebruik van een tweezijdig steel-bladdiagram?
d) Masja kijkt naar het diagram. Ze zegt: "Van alle leerlingen is de polsslag ná de inspanning hoger dan vóór de inspanning."
Weet je zeker dat Masja gelijk heeft?
Opgave 4:
Bekijk de dienstregeling voor lijn 36 van de Dynamostraat naar Station Sloterdijk. Op de dienstregeling kun je zien hoeveel bussen er ieder uur gaan. De dienstregeling is eigenlijk een vorm van een steelbladdiagram.

a) Welke getallen staan in de steel? En welke in de bladen?
b) Hoeveel bussen vertrekken er tussen 9 en 10 uur vanaf de Dynamostraat richting Station Sloterdijk?
c) Bekijk de vertrektijden na 10 uur. Om de hoeveel minuten vertrekt er een bus vanaf de Dynamostraat richting Station Sloterdijk?
Opgave 5:
Twintig jongens en twintig meisjes lopen de 100 meter.
Hoe hard ze lopen (in seconden) zie je hieronder.
Meisjes
| 13,8 | 14,7 | 17,2 | 17,2 | 16,4 | 15,5 | 15,2 | 14,4 | 16,5 | 16,5 |
| 17,1 | 14,0 | 15,4 | 15,9 | 15,7 | 15,5 | 13,9 | 16,7 | 13,5 | 14,7 |
Jongens
| 12,9 | 13,6 | 15,1 | 16,3 | 15,7 | 16,5 | 14,3 | 13,6 | 15,5 | 16,6 |
| 13,4 | 13,0 | 14,6 | 14,0 | 14,5 | 15,8 | 12,8 | 15,2 | 14,1 | 15,5 |
a) Wat is het voordeel van het op deze manier presenteren van de resultaten?
b) Maak een steel-bladdiagram van de resultaten. Zet aan de linkerkant de resultaten van de meisjes en aan de rechterkant de resultaten van de jongens.