Na het doorwerken van deze paragraaf kun je:
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bekijk eerst dit filmpje
Opgave 1:
Schrijf als een kommagetal.
1% = .............................
5%= .............................
34% =..........................
Opgave 2:
Hoeveel procent is het?

Opgave 3:
Honderd Nederlanders is gevraagd hun favoriete voetbalclub te noemen.
Hieronder zie je de resultaten:
a) Welke club is het populairst onder de ondervraagden?
b) Hoeveel procent van de ondervraagden noemden een andere club dan Ajax, Feyenoord of PSV?

Opgave 4:
a Vul in:
Je wit uitrekenen hoeveel 30% van € 200,- is.
30% =......…
30% van 200=…..........×.200=…...........
Dus 30% van € 200,- is €……........
Opgave 5:
Reken uit .
a) 6% van 250=….......
b) 12% van 250=…......
c) 25% van 250=….....
d) 45% van 250=…......
Opgave 6:
Een klas van 30 leerlingen heeft een proefwerk wiskunde gemaakt.
20% van de leerlingen heeft een onvoldoende gehaald.
a) Hoeveel leerlingen zijn dat?
Opgave 7:
in het cirkeldiagram zie je hoe de leerlingen van het Weilandcollege naar school komen.
Op het Weilandcollege zitten 800 leerlingen.

a) Reken uit hoeveel leerlingen met de fiets naar school komen.
b) Reken uit hoeveel leerlingen lopend naar school komen.
Opgave 8:
Opgave 9:

Opgave 10:
Bij het tuincentrum ziet Johan dat de natuurmest in de aanbieding is.
Op een groot bord staat het volgende:
|
a) Hoeveel betaal je voor je een zak natuurmest van 5 kg?
Opgave 11:
Een kaartje voor Disneyland kost € 80. Sanne koopt vier kaartjes. Daardoor krijgt ze 32% korting op.

a) Hoeveel moet Sanne betalen?
Opgave 12:
Jeroen heeft € 230 op zijn bankrekening staan. Hij krijgt hier 3% rente per jaar op.

a) Hoeveel euro staat na één jaar op zijn bankrekening?
Opgave 13:
In de tabel hieronder staan in de linker kolom de ‘oude’ bedragen.
In de middelste kolom zie je hoeveel procent erbij komt of eraf gaat.
Bereken de ‘nieuwe’ bedragen na prijsverhoging of prijsverlaging.
| 'oude' bedrag'oude' | erbij of eraf | 'nieuwe' bedrag' |
| € 20.000,- | 30% erbij | €……..... |
| € 20.000,- | 15% eraf | € ……...... |
| € 500,- | 88% erbij | €……....... |
| € 500,- | 27% eraf | € ……...... |
Bekijk dit filmpje

Opgave 14:
In een verrassingsdoos zitten 195 verschillende kadootjes. Je mag er 12 pakken.
a) Hoeveel procent is dit?
Opgave 15:
Een televisietoestel van €1359, kost in de uitverkoop nog €1149 .

a) Hoeveel euro is de korting?
b) Hoeveel procent is de korting?