2.3 Formule

 

Kennisbank 1:

Bij het lineaire verband tussen de tijdtijd en de prijsprijs is een tabel gemaakt:

In de tabel zie je een regelmaat: als de tijdtijd met 11 toeneemt, neemt de prijsprijs  steeds met 20 toe.

Aan deze regelmaat in de tabel kun je zien dat het verband tussen de tijdtijd en de prijsprijs een lineair verband is.
and is

 

Opgave 1:

Een auto rijdt met een snelheid van 60 km per uur.
Bekijk de tabel.

tijd (uur) 0 0,5 1 1,5 2 2,5
afstand (km) 0 30 60 90 120 150

    a) Tussen welke variabelen is in de tabel een verband weergegeven?

    b) Maak de formule af.
        afstand =…..× tijd

 

Opgave 2:

In de grafiek hieronder zie je het verband tussen het benzineverbruik en de afgelegde afstand weergegeven.

  a) Lees uit de grafiek af hoeveel km je kunt rijden met 5 liter benzine.

  b) Vul in: de auto rijdt 1 op ... .

  c) Maak de formule af.
        afgelegde afstand =…..× benzineverbruik

 

Opgave 3:

Een cilindervormige kaars wordt aangestoken. In de tabel zie je het verband tussen de brandtijd van de kaars en de lengte van de kaars weergegeven.

brandtijd (uur) 0 2 4 6 8
lengte (cm) 24 18 12 6 00

 

  1. Hoe lang is de kaars als hij wordt aangestoken?

  2. Hoeveel cm wordt de kaars ieder uur korter?

  3. Welke fomule past bij de tabel?

    1. brandtijd =24−3× lengte
    2. brandtijd =24−6× lengte
    3. lengte =24−3× brandtijd
    4. lengte =24−6× brandtijd
  4. Bereken de lengte die hoort bij een brandtijd van 33 uur.

Opgave 4 :

Voor een mobiele telefoon van Flexi-Bel gelden de volgende tarieven.

Flexi-belFlexi-bel
Vast bedrag per maandVast bedrag per maand
Prijs per minuutPrijs per minuut
€ 25,00€
€   0,15€  


a) Met welke formule kun je de belkosten (k) uitrekenen als je de beltijd (t) weet?

  1) t=0,15×k + 25t

   2) k=25×t+0,15

   3) t=25×k+0,15t

   4) k=0,15×t+25

 

Kennisbank 2:

Als er tussen twee variabelen een lineair verband is dan:

Bij een verband tussen de tijdtijd (uur) en de prijsprijs (euro) is een grafiek getekend.

De grafiek is een rechte lijn:
er is sprake van een lineair verband tussen de tijdtijd  en de prijsprijs .

 

Opgave 5:

Het taxibedrijf Atax leest uit de grafiek de ritprijsritprijs bij verschillende afstanden af.

a Hoe kun je aan de grafiek zien dat het verband tussen de ritprijsritprijs en de afstandafstand een lineair verband is?

b Vul de tabel in :

afstandafstand ((kmkm)) 0 1 2 3 4 5
ritprijsritprijs ((euroeuro)) …… …… …… …… …… ……


c In de tabel zit een regelmaat.
Vul in:
Telkens als de afstandafstand met 11 km toeneemt, neemt de ritprijsritprijs met …… toe.

d Bij een lineair verband kun je een formule maken.
   In welk punt snijdt de grafiek de verticale as?
   Hoe groot is het hellingsgetal?
   Maak de formule bij dit verband af:

    ritprijsritprijs =…× afstandafstand +…

Opgave 6:

In de grafiek is een lineair verband tussen gg en uu weergegeven.

a Vul de tabel in op het werkblad.

 

g 0 1 2 3 4 5
u …… …… …… …… …… ……


b In welk punt snijdt de grafiek de verticale as?

c Hoe groot is het hellingsgetal?

d Maak een formule bij het verband tussen g en u